19e zondag door het jaar: Over wijsheid
Frank Cuypers
- Gongsignaal - Kruisteken + verwelkoming:
-
Goedemorgen beste mensen. Wij weten ons samen in de naam van de Vader en de Zoon en de Heilige Geest. Genade en vrede voor ieder van jullie. Welkom op deze mooie zomerzondag in de rustige en stille omgeving van Filosofenfontein. “Gezegend deze dag!” Wij zingen samen het openingslied nummer 103, en wij staan daarvoor recht.
- Openingslied:103 – Gezegend deze dag
- Inleiding
-
De broodvermenigvuldiging, waarover we enkele weken geleden lazen, heeft zijn effect op de commissie die de liturgische kalender samenstelt niet gemist. We lezen vandaag al voor de vierde keer uit het evangelie van Johannes over het levende brood. Dat is misschien wat teveel van het goede. Daarom wil ik, om allergische reacties te voorkomen, vandaag graag ingaan op de andere lezingen.
In het boek Spreuken zullen we lezen over de Wijsheid, en bij Paulus over hoe de Geest ons vervult.
Het is de Geest die “ons alles in herinnering brengt wat Jezus heeft gezegd”, en die ons wijsheid schenkt. Een wijsheid als gave en genade, om alles met de ogen van God te kunnen zien.
De leerlingen begrepen met Pinksteren ten volle wie Jezus was, en spraken vanaf dan vol vuur over hetgeen ze gezien en beleefd hadden. Zo kunnen ook wij dankzij de wijsheid die komt door de Geest zeggen: Jezus is de Heer!
Laten wij Jezus’ grootheid uitzingen.
- Kyrie:113 – Heer Jezus, koning en gezalfde Gods
-
Ik nodig jullie uit even in stilte te bidden
- Openingsgebed
-
Goed gedaan hebt Gij uw schepping.
Wijsheid was het die U raadde
toen het licht werd uitgesproken,
toen de mens geschapen werd.
Laat mij putten uit de Wijsheid
die U na staat in de hemel.
Geef mij Wijsheid tot vriendin,
tot geliefde en geleide,
die mij leert uw hart te lezen,
dat ik mensen goed en recht doe. (Sytze de Vries)- Inleiding naar de lezingen
-
We luisteren nu naar de eerste en de tweede lezing. Tussenin zingen we als tussenzang lied 574: Wij bidden U om vrede.
- Lezingen: Eerste lezing– Spreuken 9,1-6
-
Wijsheid heeft haar huis gebouwd, zeven zuilen heeft ze uitgekapt. Ze heeft haar vee geslacht, haar wijn gemengd, haar tafel heeft ze gedekt. Haar dienaressen heeft zij de stad in gestuurd, zelf roept zij vanaf de hoogste plaats: “Onnozele mensen, kom toch deze kant op.” Wie geen verstand heeft roept ze toe: “Kom, eet het brood dat ik je geef, drink de wijn die ik heb gemengd. Breek met je onnozelheid en betreed de weg van het inzicht, dan zal het je goed gaan.”
- Tussenzang:574 – Wij bidden U om vrede
-
Wij bidden U om vrede, wij bidden U om wijsheid. Wij zingen als tussenzang lied 574
- Tweede lezing – Efeziërs - 5,15-20
-
Let dus goed op welke weg u bewandelt, gedraag u niet als dwazen maar als verstandige mensen. Gebruik uw dagen goed, want we leven in een slechte tijd. Wees niet onverstandig, maar probeer te begrijpen wat de Heer wil. Bedrink u niet, want dat leidt tot uitspattingen, maar laat de Geest u vervullen en zing met elkaar psalmen, hymnen en liederen die de Geest u ingeeft. Zing en jubel met heel uw hart voor de Heer en dank God, die uw Vader is, altijd voor alles in de naam van onze Heer Jezus Christus.
- Homilie
-
We krijgen – in de twee korte lezingen - nogal wat raadgevingen mee. Zowel de samensteller van het boek Spreuken als de apostel Paulus gedragen zich als een goede vader en moeder, die hun kinderen omringen met veel zorg.
Het boek Spreuken maakt deel uit van de wijsheidsliteratuur uit het Oude Testament. In deze teksten staat de levenskunst centraal, niet de goddelijke openbaring of de geschiedenis van het volk Israël. De focus in de wijsheidsliteratuur ligt op de praktijk van het dagelijkse leven. Hoe kunnen mensen gelukkig zijn in hun relaties met anderen? Wat helpt om stand te houden in het leven en enigszins te slagen, en wat helpt juist niet? Hoe ga je met grote tegenslagen om?
Voor het vinden van een antwoord op dergelijke vragen is wijsheid vereist. Wijsheid die verworven is door te reflecteren op alle kleine en grote dingen in het dagelijks leven, door te worstelen met existentiële problemen, door met anderen te discussiëren en naar aanvaardbare oplossingen te zoeken. Gezond verstand speelt hierbij een centrale rol. Menselijke wijsheid is meer een weten, dat de vrucht is van lessen die we getrokken hebben uit wat we zelf ervaren hebben, of wat anderen ons hebben doorgegeven op basis van hun ervaring. De zorg voor het concrete alledaagse leven staat er centraal. We vinden veel hiervan terug in de spreuken en gezegden die van generatie op generatie werden doorgegeven. Denken we maar aan: “Spreken is zilver, zwijgen is goud”, “De beste stuurlui staan aan wal”. “Hoge bomen vangen veel wind”, “Haast en spoed is zelden goed”.
“Wijsheid heeft haar huis gebouwd, zeven zuilen heeft ze uitgekapt” hoorden we in het boek Spreuken. Hoe zouden wij ons leven verder kunnen bouwen, zodat het een stevig huis is vol levenswijsheid en levensgeluk?
In het boekje “Vijftig engelen voor je ziel” van Anselm Grün vond ik in het hoofdstuk “De engel van de wijsheid” een interessante gedachte:
“ In het Latijn is wijsheid “sapientia”. Dat komt van “sapere”: proeven of smaken. De wijze heeft niet alleen inzicht in de oergrond van de wereld. Hij heeft ook veel geproefd. Hij heeft ervaring opgedaan. Hij heeft een fijne neus voor het goede, voor datgene waar een mens iets aan heeft. En hij heeft weet van de smaak van het kwaad, wat een mens bitter maakt en hem beschadigt. Wijs is degene die zichzelf kan proeven, die in harmonie is met zichzelf. Hij heeft de hoogten en diepten van het menszijn ervaren en geproefd. Nu weet hij wat er in de mens verborgen zit. Niets menselijks is hem meer vreemd. Maar hoewel de wijze ook in de afgronden van het menszijn heeft gekeken, is hij niet berustend. Hij is ten diepste tevreden met deze wereld. Want hij heeft ingezien waarop de wereld berust, op God, de schepper van het bestaan”.
In het Oude Israël is de wijsheidsliteratuur erop gericht om mensen te motiveren om in de realiteit van elke dag, het goede te doen en na te laten wat verkeerd is. Als mensen eerbied hebben voor God die de wereld zo heeft gemaakt dat alles en iedereen tot zijn recht kan komen en als ze hun gezond verstand gebruiken, dan kunnen ze erop vertrouwen dat zij in alles zullen slagen wat zij op hun levensweg ondernemen.
Paulus vraagt ons om “te proberen te begrijpen wat de Heer wil”. Voor hem is het de Geest van God die ons inleidt in de wijsheid. God zelf stuurt ons zijn Geest opdat wij de wijsheid leren kennen.
Laten wij bidden dat wij vanuit de dagelijkse werkelijkheid, zoals zich die telkens weer op een andere manier laat ervaren, laat beluisteren en proeven, en doorheen de inspiratie van de Geest, mogen blijven groeien in wijsheid.
Amen
- Stiltemoment
- Offerande:Kaarsjes – Muziek: BWV 233 –Mass in F-major – “Cum Sancto Spiritu” - CD12 – track 6
- Bij de gaven:149 – Oergebaar
- Groot Dankgebed:159 – Gij, de grond van ons vertrouwen
- Communie:Muziek: Vivaldi - Gloria RV589 –Domine Deus – CD 35 – track 12
- Communielied:552 – Maak ons tot het zout der aarde
-
Zing met elkaar psalmen, hymnen en liederen die de Geest u ingeeft zei Paulus in de 2e lezing.
Wij zingen als communielied lied 552 – Maak ons tot het zout der aarde
- Gebed - Job 28: 12-28
-
Die wijsheid – waar moet je haar zoeken,
en het inzicht – waar is het te vinden?
Geen sterveling kent de weg erheen,
de wijsheid is niet in het land der levenden.
De oervloed zegt: ‘Ze is niet bij mij,’
de diepste zee: ‘Bij mij evenmin.’De wijsheid is niet te koop voor enig goud,
noch kan ze in zilver worden afgewogen.
Kostbaarder is ze dan het goud van Ofir,
dan de duurste onyx of saffier.Vergelijk haar niet met robijnen of kristallen,
een buidel wijsheid is meer waard dan parels.
Topaas uit Nubië kan haar niet evenaren,
ze is kostbaarder dan zuiver goud.Maar van waar stamt de wijsheid dan,
en het inzicht – waar is het te vinden?De wijsheid is verborgen voor de blik der levenden,
ook aan de vogels in de lucht laat ze zich niet zien.
De afgrond en de dood, ze zeggen beide:
‘Onze oren kennen haar slechts bij geruchte.’Maar God kent haar wegen
en hij weet waar ze verblijft.Want Hij ziet tot aan de randen van de aarde,
onder heel de hemel ontsnapt niets aan zijn blik.Toen Hij de kracht schiep van de winden
en de wateren omgrensde,
toen Hij zijn wet oplegde aan de regen
en de wegen van de donderwolken baande,
zag Hij de wijsheid en Hij toetste haar,
hij peilde en doorgrondde haar.
En Hij sprak tot de mens:‘Ontzag voor de Heer – dat is wijsheid;
het kwaad mijden – dat is inzicht.’- Zegen