27e zondag (2024) Trouwen en scheiden
Marcel Braekers
Openingszang 548 Nu nog met halve woorden
Begroeting
Dit lied zit vol paradoxen zoals we dat van Oosterhuis gewoon zijn. Het gaat over de verbondenheid. “Eenmaal zullen wij opengaan en zien en horen, oog in oog, van mens tot mens verstaan”. Maar dan staat er weer: “kijkend in donkere spiegels, blijvende vreemden die zien en weer vergeten”. Zo herschrijft Oosterhuis vanuit zijn realisme en levenservaring die prachtige hymne van Paulus over de liefde. Ik koos dit als opening omdat in het evangelie de discussie plaats heeft over echtscheiding. Wat bedoelde Jezus en tegen welke achtergrond moet je zijn uitspraken begrijpen?
Laat we eerst gaan naar onze tijd en onze situatie. Er doet zich op vandaag een vreemd fenomeen voor: van de ene kant is er een enorme vrijheid gegroeid en zijn relaties kwetsbaar en voorlopig. En tegelijk heeft elke week hier of daar in Vlaanderen een drama plaats van intrafamiliaal geweld gevoed door (meestal mannelijke) dominantie, jaloezie, behoefte aan controle, enz. misschien hebben de twee iets met elkaar te maken en wordt achterdocht en bezitterigheid gevoed door het besef dat relaties gemakkelijker dan vroeger kunnen verbroken worden. Tegelijk moet je vaststellen hoe relaties sterker dan ooit onder druk staan door de maatschappelijke evolutie. De stress van het levensritme, het gebrek aan tijd voor elkaar, de drang om zich elk moment goed te voelen terwijl relaties toch veel geduld en duur vragen (het samen zijn in goede en kwade dagen) dat alles stelt een relatie erg op de proef. Hoe kan ik dan de uitspraken van Jezus op een volwassen en realistische manier begrijpen?
Lied 412 wat ik gewild heb
Gebed
De woorden die wij spreken tot elkaar,
Haastige harde lieve onverstane,
De nacht die wij verzwegen voor elkaar,
De bange dromen, de doorluchte wanen,
De dagen die wij gingen met elkaar
In donker woud door schaduwlichte lanen.
De mensen die wij werden één voor één,
Spelende handen helderziende ogen,
Lichamen stromend water steen en been,
Vurige zielen vonken mededogen
Die ene die wij zijn en anders geen,
Die anderen die wij nog worden mogen.
Dit niets dat overleeft ternauwernood,
Dit alles dat ik ben in vrees en beven,
Dit enige hier-nu tegen doem en dood,
Dit korte lichte lange eigen leven
Dat wij ontvangen als genadebrood,
Dat ons gegeven is en blijft gegeven.
(H. Oosterhuis, stilte zingen p. 473)
Marcus 10, 1 – 12
Lied 556 waarom wanneer uit welke luchtlaag
Homilie
In de oudste Joodse samenleving was een huwelijk een zaak van twee families waarbij allerlei dingen een rol speelden; geld, macht, veiligheid. Het meisje was daarbij een onderdeel van de totale deal. Ook de onderlinge relaties na de huwelijkssluiting verliepen in dezelfde zakelijke sfeer. Het is daarom niet verwonderlijk dat ontrouw en scheiding regelmatig voorkwamen. Maar zoals in een patriarchale samenleving heel gewoon was, was scheiden alleen het recht van de man. Sterker nog: na de scheiding bleef die eerste vrouw nog altijd zijn bezit en behield hij alle rechten over haar. Reeds in het Oude Testament werd daaraan paal en perk gesteld door de wet van Mozes dat bij scheiding de man verplicht was een scheidingsbrief te schrijven zodat de vrouw opnieuw vrij was. Nog later kreeg ook de vrouw eenzelfde recht en kon ook zij een scheidingsbrief schrijven.
Zo was de toestand ongeveer in de tijd van Jezus. De farizeeën die bekommerd waren om het goede verloop van het gewone volk stelden zich vragen omtrent de redenen om te scheiden. Wat kan en wat mag, hoe kan men kiezen voor het minste kwaad? Het antwoord van Jezus vertrekt vanuit een totaal verschillend discours. Jezus denkt niet vanuit een verbodsmoraal maar droomt over het ideaal zoals geschetst wordt in het boek Genesis. Hoewel ook dat verhaal verteld wordt vanuit een patriarchaal standpunt heeft het ook iets ontroerend: mensen die elkaar graag zien hebben iets lichamelijk van elkaar. In het zien, het voelen en het gesprek worden ze deel-genoten. Daar verwijst Jezus naar en zo begrijp ik ook deze evangelietekst.
Mag men de ander (ik laat in het midden of het alleen om een heterorelatie gaat) verstoten? Nee. Verstoten is hooghartig en respectloos. Mag men scheiden? Ja, indien de omstandigheden zodanig zijn geworden dat dit het minste kwaad is. Daarmee doe ik geen afbraak aan de ontroerende belofte van twee mensen om er voor elkaar te zijn in goede en kwade dagen. Maar ik heb ook als hulpverlener teveel meegemaakt hoeveel leed en pijn er werd geleden als het fout liep. Als ik heel het evangelie lees, dus niet alleen deze passage, dan denk ik dat Jezus tegelijk die droom van verbondenheid koesterde én tegelijk diep meevoelen had waar relaties stuk sprongen of mensen werden vernederd. “Ook Ik veroordeel u niet, ga heen en zondig niet meer” zegt Hij elders.
Ik kan me goed indenken dat mensen verontwaardigd zijn als ze horen hoe het in Israël er aan toeging, en dus vindt men dat die teksten niet meer mogen gelezen worden. Maar, is verontwaardiging niet net een goede aanzet om zich bewust te zijn van discriminaties die ook vandaag blijven bestaan. Indien dat zo is, hebben deze teksten hun effect niet gemist. Voor mij betekent dit evangelie dat je nooit meent te mogen oordelen of te veroordelen, zeker niet in zo een complex gebeuren als het samenzijn van twee partners. Evangelisch is om in alle omstandigheden empathisch te zijn en in liefde te ondersteunen wie dreigt te verdrinken in een zinloos en wreed spel.
Vrije voorbeden
Slotlied ‘uit vuur en ijzer, zuur en zout’
Zegen