2e zondag van de Advent (2024) – Johannes en de nieuwe tijd
Marcel Braekers
Openingszang 206 O Oriens (O dageraad) + aansteken van de tweede adventskaars
Gebed
Tot U hebben mensen geroepen
Vanuit hun verloren bestaan,
Vanuit de diepten, vanuit het donker van de nacht.
Tot U hebben zij geroepen
Dat Gij de wolken zou scheuren,
En zelf komen
Om hen te bevrijden;
Dat Gij nieuwe wegen zou banen
Waarlangs zij aan het licht konden komen.
Wek onze harten op
Zodat wij wegen vinden
Naar uw toekomst
Toegang tot uw hart,
En wij delen in de vruchten
Van de arbeid van uw Zoon, onze Heer. (S. de Vries)
Begroeting
We zijn aan de tocht naar Kerstmis begonnen, het belangrijke sleutelmoment waarop we vieren hoe God in Jezus zich toonde in het dagelijkse leven van ons, mensen. De Advent roept ons daarom op tot een radicale transformatie. Een verandering die verder gaat dan de zorg om elkaar, die die zorg niet uitsluit, integendeel, maar ons raakt in ons diepste zijn dat zowel horizontaal als verticaal ons aangaat. Dat is de diepere betekenis van de figuur van Johannes de Doper die in deze tijd wordt voorgesteld. Laten we het daarom even stil maken, ons laten aanspreken door de kleine kaarsvlam die wijst naar het licht. Laten we de zorgen, de drukte van de dag en alles wat op ons beslag wil leggen even achter ons om in stilte beschikbaar te zijn.
Lied 215 Als Gij ons niet verschenen was
Inleiding op de lezingen
We luisteren nu naar een stukje uit de profetieën van Baruch. De tijd van ballingschap is bijna voorbij, zo juicht Baruch. Mensen kunnen terugkeren naar hun eigenste grond. Je zou de tekst vandaag op een spirituele manier kunnen herlezen als: de tijd van chaos en verwarring is stilaan voorbij. Een nieuw spiritueel reveil staat te gebeuren, want God laat zijn mensen niet in de steek, nooit.
Baruch 5,1-9
Lied 214 Op een God die door de eeuwen
Lucas 3,1-6
Homilie
Het heeft me altijd geïntrigeerd waarom de figuur van Johannes de Doper zo belangrijk is in het ontstaan van het christendom. Er is nauwelijks iets van hem geweten, maar niettemin staat hij aan de wieg van ons geloof. Waarom en wat betekent dat voor ons vandaag? Uit alle beschrijvingen komt hij naar voor als een wat hoekige, radicale man die geen blad voor de mond nam en er niet voor terugschrok mensen de mantel uit te vegen. Net hij wordt gezien als de favoriete voorganger van Jezus, misschien zelfs als een belangrijke leermeester van Hem.
De Joodse eminente kenner van het Nieuwe Testament, David Flusser, wees erop dat volgens zijn onderzoeken Johannes eerder lid was van de Esseense sekte die door afzondering en rituele zuivering zich gereed maakte voor de Messiaanse tijd. Maar, zo schrijft hij, Johannes reageerde tegen haar elitaire houding en haar afkeer van het alledaagse. Je zou het naar vandaag kunnen vertalen als: zich terugtrekken tot een kleine gemeenschap van zuiver katholieken heeft geen zin. Wel nam Johannes de rituele wassing over, maar anders dan de sekte riep hij tot bekering op midden het dagelijkse leven. Mensen moesten niet hun job of gewone leven opgeven, maar daarbinnen zoeken naar gerechtigheid.
Een tweede aspect is belangrijk. Johannes leefde in de woestijn en voedde zich met wat die onherbergzame plaats aan voedsel bood, zo zeggen de evangelisten. De zo noodzakelijke religieuze reveil verwachtte hij blijkbaar niet vanuit de tempel en de ermee verbonden religieuze praktijken. Zoals in de lezing van volgende zondag wordt beschreven, moesten mensen hun concrete gedrag veranderen, gerechtigheid beoefenen eerder dan offers op te dragen. En als symbolisch gebaar doopte hij in de Jordaan. Niet zo onschuldig, want dat alles riep herinneringen op aan de Uittocht door de Rietzee en het oversteken van de Jordaan. Door het doopsel gingen mensen opnieuw symbolisch die tocht van slavernij naar vrijheid op weg naar een land van veiligheid en toekomst. Zo zouden kronkelpaden recht worden, hobbelige wegen effen. Dat was voor Johannes de frisse wind die mensen gereed maakte om de komst van de Messias te begroeten.
Wat Johannes zo boeiend maakt is zijn dubbel verzet. Verzet tegen de Esseense sekte en de idee dat men zich moet gaan isoleren om toekomst te hebben. En anderzijds zijn verzet tegen de bestaande cultus, het Joodse geloof zoals het zich had gesetteld. Beide vormen hadden volgens hem geen toekomst. Ik vind hem daarom zo actueel als maar mogelijk. We zien dat ook vandaag sommigen menen dat alleen een kleine groep van ‘zuiveren’, zeg maar conservatieven, de toekomst van de Kerk zullen bewerken. En we zien anderzijds hoe het instituut Kerk worstelt met haar identiteit. Ze heeft nog een lange tocht door de woestijn te gaan eer ze tot echte bescheidenheid komt en de weg van de zelfontlediging durft gaan zoals ook Jezus deed. Of zoals paus Franciscus zei: De Kerk moet ‘veldhospitaal’ worden: onbekommerd om zichzelf maar steun biedend waar mogelijk. De roep van Johannes blijft zinderen tot bij ons vandaag.
We staan in deze tijd van de Advent op de drempel van een grondig en belangrijk gebeuren: God die radicaal oplicht in de gestalte van een mens. Die niet alleen in deze figuur van Jezus mens wil worden maar in elk van ons. Hoe maken we ons beschikbaar om dit wonder aan ons te laten gebeuren? Hoe worden we geschikt om de uitnodiging of het geschenk vanwege God te horen en ons eraan toe te vertrouwen? Hoe kan Kerstmis voor ons werkelijk worden?
Groot dankgebed 160 Dankgebed van de Advent
Na de communie 210 De nacht loopt ten einde