• Voor de meest recente zondagsvieringen Klik hier

Agenda vieringen op Filosofenfontein voor de goede week:
Viering Witte Donderdag om 20 uur
Viering Goede Vrijdag om 20 uur
Paaswake (zaterdagavond) om 21 uur
Géén viering op paasdag!

221009

9 oktober 2022 – Over grenzen  (Luc. 17, 11-19)

 

Openingslied 511 De Heer heeft mij gezien

 

Verwelkoming en kruisteken

 

Gebed om aanwezigheid en verzoening (naar H. Oosterhuis) keervers: 125 Gedenk ons hier 

Ik wil u graag uitnodigen om aan het begin van deze viering even stil te staan bij de plaats van het goddelijke in ons, om Gods aanwezigheid te vragen, en om ons met elkaar te verbinden en te verzoenen. Na elke bede zingen we 125. 

Gij die liefde zijt, 
Gedenk uw mensheid in dit eindeloos heelal op zoek naar U.
Gedenk ons hier bijeen; laat ons niet vallen.
Gedenk ons hier bijeen

Gedenk uw kind uit Nazareth, uw grote liefde.
Gedenk ons die, net als hij, geboren zijn eens en voorgoed,
die uit zijn mond uw naam hebben gehoord,
die moeten leven in de schaduw van de dood, hem achterna.
Gedenk ons hier bijeen

Gedenk verlatenen, weerlozen, vluchtelingen, vreemden, 
allen die hun lot niet kunnen dragen,
Gedenk ook hen die kracht uitstralen, liefde geven, recht doen,
zij die staande blijven in ons midden.
Roep over hen uw Naam. Verberg U niet. Doe ons gedenken.
Trek niet uw handen af van deze aarde.
Gedenk ons hier bijeen

Openingsgebed (Kris Gelaude Voor wie bidden wil)

Geen andere naam
om U te noemen, God,
dan die van rakelings nabije
maar in geen beeld te vatten. 
Geen ander woord
om ons op af te stemmen
dan wat Gij zelf
in mensen en verhalen
naar ons toe spreekt.
Geen andere kracht
om van te leven dan die
aan uw naam en dit bestaan ontleend.

Ontsteek in ons de vonken 
die in mensen zijn gezaaid. 
Doe onze handen scheppen, 
en het kwetsbare behoeden. 
Dat in ons spreken 
uw genade zich herhaalt. 
Dat onze liefde helend wordt
en vaste grond voor hoop en opstanding. 

Amen

 

Lied 772 Voor kleine mensen is hij bereikbaar

 

Inleiding op het evangelie

 

Wat is dat toch iets raars: “een grens”. Grenzen zijn overal: buiten ons, in ons denken, in ons voelen. Er liggen politieke, maatschappelijke en persoonlijke lijnen tussen continenten, landen, provincies, gemeentes, wijken, tuinen. Een van de interessante weetjes die ik tijdens mijn opleiding taalkunde te horen kreeg was er een van Bloomfield, een Amerikaanse linguïst, die zei dat met elke politieke grens die er getrokken wordt er ook een taalgrens ontstaat (daarom praten die Hollanders dus zo raar). 
We trekken ook grenzen tussen groepen mensen, soms ook (als je woke genoeg bent) om ze net in vraag te stellen. De naam die je geeft aan mensen die je afgrenst, is dan niet zonder betekenis: denk maar aan wie we “illegalen”, “asielzoekers”, “mensen zonder papieren” noemen. 
Wij van Filosofenfontein (voelt u de grens liggen?) moeten uitreiken naar nieuwe mensen, de jongeren, de muziekliefhebbers, de meerwaardezoekers. 
Een beroemde partijleider zei ooit: “de lieven van mijn kinderen meenemen op vakantie, daar trek ik de grens!” Ook ons gedrag, onze houdingen tegenover anderen, onze ingesteldheid, onze emoties hebben dus grenzen die we hebben aangeleerd, meegekregen, doorgegeven, onszelf eigen gemaakt, en die we soms opleggen aan anderen. 
Er zijn grenzen tussen wat we zien en niet zien, geloven en niet geloven, weten en niet weten, begrijpen en niet begrijpen. Ons hoofd zit vol grenzen, gebaseerd op reële grenzen in de wereld om ons heen, of niet… 

En al die inperkingen, afgrenzingen en onderscheiden bepalen wie we zijn, en wie voor ons de anderen zijn. Met elke grens die we zo trekken, ontstaat er een identiteit van wie/wat binnen de grens zit, en wie/wat er buiten staat.

Let op, ik ben daar niet tegen, maar als je er eens op begint te letten, kun je op vele plaatsen grenzen aan het werk zien. En dan zit je ’s zondags in de viering om wat bij te tanken, en dan lezen ze het volgende verhaal uit Lucas.

Evangelie: Luc. 17, 11-19

 

11 Op weg naar Jeruzalem trok Jezus door het grensgebied van Samaria en Galilea. 12 Toen hij daar een dorp wilde binnengaan, kwamen hem tien mensen tegemoet die aan huidvraat leden; ze bleven op een afstand staan. 13 Ze verhieven hun stem en riepen: ‘Jezus, meester, heb medelijden met ons!’ 14 Toen hij hen zag, zei hij tegen hen: ‘Ga u aan de priesters laten zien.’ Terwijl ze gingen werden ze gereinigd. 15 Een van hen, die zag dat hij genezen was, keerde terug en loofde God met luide stem. 16 Hij viel neer aan Jezus’ voeten om hem te danken. Het was een Samaritaan. 17 Toen zei Jezus: ‘Zijn er niet tien gereinigd? Waar zijn de negen anderen? 18 Wilde niemand anders terugkomen om God eer te bewijzen dan alleen deze vreemdeling?’ 19 Hij zei tegen de Samaritaan: ‘Sta op en ga. Uw geloof heeft u gered.’

 

Bedenkingen bij het evangelie

 

Een aantal van u zitten nu allicht te denken, wat zit je toch al de hele tijd te ratelen over grenzen. Dit is toch een genezingsverhaal? Dat is zeker zo, en toen ik de vorige vieringen over deze tekst erop nalas (meestal van Marcel, kijk op de nieuwe website!)  focusten die sterk op het thema van de dankbaarheid, de dankbaarheid die de genezen melaatse betoonde. Prachtige vieringen waren dat. 

Maar naar het woord van de Nederlandse schrijver W.F. Hermans: “als er in mijn roman op pagina 3 een mus doodvalt, moet dat een betekenis krijgen op pagina 100”, viel het mij op dat er in deze tekst ook een ander motief loopt. 

Het begint met de eerste zin: op weg naar Jeruzalem (voor het laatst, zo zal blijken) loopt Jezus in het grensgebied tussen Samaria en Galilea. Dat is niet zonder reden, het is een literair teken van Lucas om te zeggen: opgelet mensen, dit is een verhaal over de grens. 

En als je  dan verder leest, zie je dat in heel de tekst mensen over de lijn gaan: 

  • de melaatsen spreken Jezus aan met “meester”, iets wat alleen door de intieme leerlingen werd gezegd tegen een rabbi;
  • de melaatsen houden afstand binnen hun grenzen, maar Jezus legt contact met hen en spreekt hen toe, wat tegen het reinheidsgebod van de joodse wet was;
  • Jezus beveelt hen om zich te laten zien aan de autoriteiten: hij heeft een grenzeloos medelijden met hen, en spoort hen aan om zichzelf te bevrijden en te genezen;
  • de melaatsen steken de grens over naar de hogepriesters om zich te laten zien, hoewel ze nog melaats waren toen ze dat bevel kregen van Jezus;
  • de Samaritaanse melaatse steekt de grens van de groep over, en komt als enige terug, om God te loven, en Jezus te danken;
  • de “echte” joden, de negen anderen, blijven binnen de grens van hun eigen tevredenheid om hun genezing. Op die manier zegt Lucas (andermaal) tot zijn toehoorders: het is niet omdat je joods bent, dat je het alleenrecht hebt op de zoon van God, je bent integendeel eerder ingeperkt door je eigen afkomst. 

Voor een introverte, teruggetrokken man als ikzelf is dit een tekst die mij tegen het zere been schopt. Hij vraagt mij namelijk om telkens opnieuw mijn grenzen in vraag te stellen: waar trek ik een grens, die de zoon van God zonder enige aarzeling zou overgegaan zijn? Waar trek ik de grens van zwijgzaamheid, waar de melaatse uiting geeft aan zijn lof van God en zijn dankbaarheid om wat Jezus hem heeft laten doen? Waar blijf ik inert, waar de oproep is om het appel van de ander boven mijn angst en onzekerheid te stellen? Waar trek ik bewust of onbewust grenzen in mijn kijk op de wereld en in mijn handelen in de wereld?

Ik kan me voorstellen dat we dat allemaal wel hebben. En als dat niet zo is, dan daagt de tekst ons uit om vandaag wat uit onze box met zekerheden te denken. 

De uitdaging om over grenzen te gaan is er een met persoonlijke maar ook met maatschappelijke implicaties. Tot waar accepteren wij de grenzen waarmee onrecht, ongelijkheid, oneerlijkheid, vooroordelen, zelfgenoegzaamheid ons doen wegkijken van de medemens? Hoe staan we zelf grenzeloos genezend in een samenleving die ons dat soms moeilijk maakt, door zijn nieuwe trends of zijn nieuwe leiders, door zijn ingesteldheid, en hoe vormen we door onze maatschappelijke keuzes zo’n samenleving? 

Zich bewust worden van grenzen is één ding, ze bewust oversteken om te doen wat moet gedaan worden, is een ander. 

 

Offerande  /  149

 

Groot Dankgebed 154 Wij loven en danken u 

 

Onze Vader / Vredeswens / Communie

 

Na de communie: Communielied 219 Als wij mensen zijn

 

Slotbezinning: Psalm 98 in de hertaling van Huub Oosterhuis (uit 150 Psalmen Vrij)

De afsluitende psalm is de voorgeschreven psalm voor vandaag. Hij sluit wonderwel aan bij het thema van grenzeloosheid. 

Genoeg gezongen voor Hem.
Nieuwe gezangen genoeg.
Nu wil ik een wonder.

Twee handen die boeien slaken
twee armen om mij heen.
Nu wil ik Hem eindelijk zien:
twee armen heen om alle
oorlogvoerende volken –
zijn rechterhand wonden genezend
zijn linker uitdelend water en brood.

Plotseling staat voor de ogen der mensheid
een reddende engel
en heerlijkheid van nieuw begin
straalt van hem uit –
nu klinken tonen die nooit eerder klonken
hemelse harpen, bronzen klokken van zon.

Nu zingen ook de wereldzeeën mee,
in alle talen daveren de bergen,
klappen en fluiten rivieren,
trompettert heel de kosmos eensgezind.

Want morgen zal komen de Komende
want heden is Hij geboren –
en recht zal Hij spreken
recht recht dat niet kromtrekt.

Verheffing van alle vernederden,
op aarde vrede.

 

Zegen

Contactinformatie

©2005-2023 Filosofenfontein

✉️   info@filosofenfontein.be

Ondernemingsnummer: 0775.603.387

Bankgegevens:"FIFO Heverlee" 

KBC: BE11 7340 3906 5848

Volg ons op Sociale media

QR Code

Door je camera op deze code te houden krijg je het adres van deze website op je smartphone of tablet. Dan kan je de hele website bekijken.