19e zondag door het jaar: Laat mij niet over aan mijzelf
Hendrik van Moorter
De gong
Verwelkoming en kruisteken
Welkom beste mensen in deze viering. Moge dit uur gezegend zijn en laat ons starten in het teken van het kruis, in de naam van de Vader, de zoon en de H. Geest.
Lied 104 Gezegend dit uur
Inleiding
Het thema van deze viering staat in het teken van het brood dat uit de hemel komt. Het brood dat uit de hemel valt, verwijst naar het verhaal van de Israëlieten die na hun vlucht uit Egypte morden omdat ze honger hadden. Waren ze niet beter in Egypte gebleven? Jahweh is niet ongevoelig voor hun klagen en laat manna uit de hemel vallen.
Brood staat voor wat levensnoodzakelijk is. Het wordt als beeld gebruikt om te spreken over onze nood aan geestelijk voedsel. Daarover gaat deze viering aan de hand van het verhaal van Elia, die in een grote levenscrisis zit. Het begin van zijn genezingsproces zit in het ontvangen van brood uit de hemel.
Gebed
Laten wij bidden,
God,
Gij draagt en voedt de wereld
dan aan dag
en dieper dan wij durven vermoeden
zijt Gij aanwezig
overal waar wij gaan.
Wij danken U voor die aanwezigheid,
die zo verborgen en kwetsbaar
zo trouw en daadwerkelijk is.
Wij geloven erin en leven van U
zoals wij leven van het brood
zoals wij hongeren en dorsten
naar de vrede.
Inleiding van de lezing
De eerste lezing van deze zondag brengt ons bij de profeet Elia. Hij verkeert in een zware levenscrisis.
Wellicht kunnen we ons hierin herkennen, want hebben we allemaal niet vroeg of laat een levenscrisis. Misschien kunnen we iets leren van de ervaring van Elia, van wat aan zijn crisis voorafging en hoe hij eruit klom.
Elia kwam in een groot conflict met de machthebbers van zijn tijd. Hij verkondigde de superioriteit van Jahweh tegenover de goden die de koningen aanbaden. Dat deed hij vaak op een gewelddadige manier, met vuur en doodslag. Hij liet alle profeten in dienst van de koning vermoorden. Dacht hij hiermee Jahweh te dienen en een goede daad te stellen? Ging hij nadien misschien aan het twijfelen, ging er iets knagen?
Ook in hedendaagse oorlogen, wordt er vaak oorlog gevoerd in naam van God, in de overtuiging van goed te doen. Oorlogen tegen zgn. ongelovigen of om de christelijke waarden te verdedigen.
Overkomt iets dergelijks ook ons wel eens in ons persoonlijk leven? Dat we uit bezorgdheid dingen doen of zeggen in de overtuiging er goed mee te doen, maar die een naaste kwetsen? Laat ons dan zingen dat God ons blijft roepen om ons te herpakken. We zingen de acclamatie onder nummer 167, een korte vraag aan onze god die we verder in de viering nog enkele keren hernemen.
Lied 167 Blijf ons dan roepen dat wij opstaan
Maar geweld roept tegengeweld op. De profeet vreest voor zijn leven. Hij is bang voor de wraak van de koning en ziet het leven niet meer zitten. Hij houdt het leven niet meer uit, het is hem allemaal te veel en hij wil sterven. Hij trekt zich terug in de eenzaamheid. Op zoek naar stilte in zijn rumoerige geest. Aan de kant van weg en omweg, moe en dorstig…daar zal het gebeuren zoals we zingen in het lied 569 Gij die ongezien mij trekt tot U, U zal ik ongezien vertrouwen, laat mij niet over aan mijzelf.
Lied 569 Die mij getrokken heeft uit de schoot
Lezing 1 Kon 19, 1- 8
Homilie
Zingen we 167 Blijf ons dan roepen
Elia is bang voor de wraak van de koning en verbergt zich in de woestijn. Maar zou het ook kunnen dat er nog meer aan de hand is? Dat hij een gevoel heeft dat wat hij deed niet beantwoordt aan Gods wensen? Dat God het hem op een subtiele manier laat gewaarworden dat hij in zijn acties te veel eigenbelang heeft uitgeleefd? Dat hij daardoor zijn diepste wezen als gezondene van God tekort deed? Dan is zijn leven zinloos geworden. Hij had gedacht dat hij beter was, beter dan zijn voorvaderen, maar komt tot de conclusie dat dit niet het geval is.
Elke levenscrisis is een kans tot groei en bevrijding uit een te sterke ego- gerichtheid. Het gaat om bekering, om ons los te maken van ons ego en ons naar God te richten. Een zelftransformatie. Hebben we daar niet allemaal voortdurend mee te maken?
Laat ons de verschillende fases onderscheiden die Elia in zijn proces van zelftransformatie doorloopt.
Hij trekt zich terug in de woestijn en zet zich onder een bremstruik. Hij spreekt tot God zijn verlangen uit om te sterven. Vervolgens verwoordt hij zijn zelfkritiek dat hij niet beter is dan zijn voorvaderen.
In deze zelfkritiek spreekt zijn ego dat beter wil zijn dan anderen. Er is nog geen acceptatie van zijn menselijke tekort, dat de weg naar Gods liefde opent.
Gods liefde komt naar hem toe in een visioen. Hij voelt een duw in zijn zij terwijl een engel hem versgebakken brood en drinken aanbiedt, met de woorden:” sta op en eet.” De eerste keer negeert hij deze impuls om op te staan, maar eet en drinkt wat hem is aangeboden.
Als iemand al dan niet ontredderd bij ons aanklopt, geven we ook spontaan iets te drinken en te eten. Het geeft de ander een gevoel van welkom te zijn, ook al voelt die zich ellendig.
Het gebeurt een tweede keer dat Elia in zijn lijf de impuls gewaarwordt om op te staan. De engel moedigt Elia aan om te eten en te drinken met de woorden “anders gaat de reis uw krachten te boven.” Elia pakt de suggestie om op reis te gaan aan en staat op. Hij gaat 40 dagen en nachten op weg naar God.
Lied 167 Blijf ons dan roepen dat wij opstaan
Wat doen wij als we iets deden dat niet zo goed was als we dachten? Houden we vast aan ons grote gelijk zoals ons ego ons influistert? Trekken we ons terug, verbergen we ons uit schaamte? Of durven we erkennen en uitspreken dat we gefaald hebben. Dat kan de start zijn om ons te bevrijden uit de greep van ons ego, het begin van bekering naar God toe.
Hoe kunnen we ons bewust worden van de subtiele wenken van God om weer rechtop te staan? Zijn we voor elkaar wat de engel van God deed naar Elia?
Als we ons welkom voelen met onze beperktheden in een liefdevolle ontvangst, kunnen we in onze kracht en waardigheid blijven ondanks ons tekortschieten. En op weg gaan.
Eens in beweging heeft Elia de moed om de woestijn in te gaan. Is het niet de woestijn van het niet- weten wat goed is om te doen? Hoe kunnen we dat niet- weten langere tijd uithouden, in een tijd waar iedereen snel een oordeel heeft en meent te weten wat goed en kwaad is.
Later vernemen we dat Elia God leert kennen op een onverwachte nieuwe manier. Hij ontmoet Hem niet in een enorme windvlaag, niet in een aardbeving, niet in het vuur, maar in het gefluister van een zachte bries. Elia is duidelijk veranderd. Wat een verschil met het geweld dat hij eerder heeft gebruikt. Hij is een heel andere weg durven gaan.
Lied 370 Een weg durven gaan
Offerande kaarsjes en broden (muziek CD)
Brood op tafel, een hand gevuld met wat in het leven geen uitstel duldt:
de honger stillen iedere dag, gewoon wat een mens niet ontbreken mag.
Zingen we lied 540 Brood op tafel
Uitnodiging naar de Tafel van de Heer
Mag ik jullie allen nu uitnodigen om plaats te nemen rond de Tafel van de Heer.
In afwezigheid van Marcel zullen we op een andere manier herdenken hoe Jezus brood nam en het brak om het te delen met zijn vrienden.
Ik breek de broden in stilte
Laten we dit brood breken en delen voor elkaar, maar ook voor wie hier niet kunnen bij zijn vandaag, en voor alle mensen in nood, die honger hebben wegens natuurrampen of oorlogen. Dat de liefde van Jezus de mensheid mag inspireren om definitief honger en armoede te overwinnen.
Lied 167 blijf ons dan roepen dat wij opstaan
Uitnodiging tot voorbeden
Wie wil mag nu een eigen intentie verwoorden, iets dat hem of haar bezig houdt of vreugde geeft. Na elke voorbede zingen we het refrein “Blijf ons dan roepen dat wij opstaan uit alle onmacht, angst en dood vandaan.”
Gebed
God
gij vertoont u niet
met macht en majesteit.
In weerwil van onze
bedenkingen en dromen,
zijt gij machteloos en dwaas geworden
in Jezus uw zoon.
Wij bidden u
dat wij in deze mens op aarde
uw eerste en uw laatste woord
mogen verstaan,
uw kracht, uw wijsheid,
de zin van ons leven.
Bescherm ons tegen onze eigen hardheid.
Houd ons open.
Zo willen wij proberen uw uitverkoren volk te zijn,
door u geschapen en gevoed,
door u gekend
en als één man begenadigd,
uw Zoon op aarde tot in eeuwigheid.
Onze Vader. Inleiding
Jezus beseft ook dat iedere mens die kiest voor een weg van liefde, daarin steun nodig heeft. Dagelijks hebben we de bekering door te maken, van zelfgerichtheid naar gerichtheid op de ander. Onze eigen wil los te laten en te groeien naar niet- weten wat ik te doen heb om goed te doen. Dan precies kunnen we openkomen voor Gods liefdesboodschap.
Zoals we dagelijks brood nodig hebben voor ons lichamelijk leven, zo wil Jezus hemels brood voor ons zijn om de geestelijke groei in liefde mogelijk te maken.
Als we bidden om ons dagelijks brood, gaat het niet alleen om ons eten, maar ook om voedsel voor de geest. Na het bidden om ons dagelijks brood volgt in het gebed hoe we tot bekering komen: en vergeef ons onze schuld zoals ook wij vergeven aan onze schuldenaren…
Zingen we nu samen het gebed dat Jezus ons heeft geleerd
Vredeswens Gebed om vrede
Uit Bid om vrede
Laten wij bidden,
Maak ons dorstig naar recht en gerechtigheid,
vergevingsgezind en zachtmoedig.
En wees Gij zelf barmhartig voor ons.
Leer ons elkaar te verontschuldigen.
Geef ons de kracht,
het leed van anderen te dragen.
Alleen zo kan er vrede komen.
De vrede van de Heer zei met u allen
Laten we elkaar de vrede wensen
Communie
Gebed
Elia heeft geleerd dat hij niet iets groots hoeft te doen, maar geduldig moet wachten. Dat herkennen we in een gebed van de Pastor recovery church voor een bijeenkomst van mensen die herstellen van pijnlijke levenservaringen.
Laten wij bidden,
Probeer niet
de hele wereld te dienen
of iets groots te doen.
Creëer in plaats daarvan
een open plek
in het dichte bos
van jouw leven
en wacht daar
geduldig,
tot een lied
dat aan jou alleen gegeven is om te zingen
valt in je open holle handen
en je het herkent en begroet
Alleen dan zul je het weten
hoe je jezelf kunt geven
aan de wereld
die het verdient
om gered te worden.
Inleiding op lied 513
De profeet Elia is ontmoedigd en bang en zegt Jahweh dat het genoeg is geweest: hij wil sterven. Jahweh laat zijn profeet echter niet over aan zichzelf: net als hij krijsend valt in het niets, geeft Jahweh hem weer kracht. Laten we dit wonder bezingen in lied 513.
Lied 513 (twee keer) Die mij droeg
Zegen
Laten we ten slotte nog vragen dat Gods zegen op ons mag neerdalen, over al wie ons nabij is en over allen die in nood zijn: In de naam van de Vader, de Zoon en de H. Geest.