250928 Rijken en armen

26e zondag (2025) - Rijken en armen

Lisette Monard 

Goede morgen en welkom in deze viering.  Laat ons samen vieren in de naam van de Vader, de Zoon en de Heilige Geest.  

‘Voor uw naamgenoten in ons midden: vluchtelingen, vreemden, God, wees niet niemand. Gedenk uw mensen dat zij niet vergeefs geboren zijn.’

Lied 553 Groter dan ons hart

 

Openingsgebed: Gebed om ontferming: Smeekgebed bij Amos

Als wij geloven in ongeziene verten,
In een ander vaderland,
Een mensenstad die Gij eens bouwt,
Dan kunnen wij niet tevreden wortelen
In een wereld die nog steeds mensen slachtoffert.
Dan roepen wij: hoe lang nog Heer?
Als wij vertrouwen dat Gij eens recht zult doen
Aan alles wat nu nog zucht en crepeert,
Aan al wie onteert is,
Dan blijven wij nu al begaan met elk mensenkind
Dat wordt geknakt, gebruikt en gebroken
En roepen wij: hoe lang nog Heer?
Als wij hopen dat Gij eens uw schepping zult voltooien,
Tot een paastuin van recht en vrede
Dan heffen wij ons hoofd weer op
En blijven wij om uw ontferming roepen.
God,
Vergeet uw wereld niet.
Keer U niet van ons af
Ook als Gij ons niet langer aan uw zijde vindt.
God
Vergeet uw wereld niet
En keer U niet van ons af.            (S. de Vries, Het rijk alleen, smeekgebed bij Amos p.155-156)

 

Inleiding

Ik weet niet of u de Brieven van Dikke Freddy kent. Onder deze titel verschijnt regelmatig een column in De Standaard van de hand van schrijver Erik Vlaminck.  In deze brieven vormt humor de basis voor een gefundeerde aanklacht tegen armoede en ongelijkheid.  Erik Vlaminck werkte in de psychiatrie en de thuislozenzorg. De confrontatie met  mensen die het in het leven niet op een presenteerblaadje kregen, zijn het thema van deze hilarische brieven. 

Naar aanleiding van de week van de armoede richtte Dikke Freddy zich in oktober 2022 tot de toenmalige minister van Armoedebestrijding, Benjamin Dalle.  Hij schreef onder meer : “Voorlopig zorgt de klimaatopwarming er gelukkig voor dat er niet moet worden gestookt. Desalniettemin verwacht ik een strenge winter en in mijn tochtig en vochtig huurappartementje gaat dat problemen opleveren. Bij Zeeman worden momenteel grote kortingen gegeven op thermisch ondergoed. Het zou voor mij een oplossing zijn. Is het mogelijk om mij voor de aanschaf van dat ondergoed een isolatiepremie uit te betalen? Vermits alle burgers gelijk zijn voor de wet, ook de burgers die niet over een eigen dak beschikken dat ze kunnen isoleren, lijkt het mij geen onlogische vraag.”

Deze tekst is niet enkel grappig om te lezen, maar stelt een aantal zaken aan de kaak: armtierige huisvesting, overheidspremies komen meestal niet tot bij die mensen die het hardst nodig hebben, … Het is ook een vraag om aandacht te hebben voor onze minderbedeelde landgenoten,  een oproep tot solidariteit. 

En laat dit nu ook het thema zijn van de lezingen van deze zondag.  Zowel de eerste lezing uit de profetieën van Amos als die uit het evangelie volgens Lucas zijn nadrukkelijk gericht tot welgestelde mensen, de woorden en beelden zijn hard. Het is een wake-up call om meer verantwoordelijkheid op te nemen voor de misdeelde medemens. 

Eerste Lezing: Amos 6, 1a.4 – 7

Lied 514: Stem als een zee van mensen

Evangelie: Lucas 16, 19 – 31

Lied 554: Voor mensen die naamloos

Homilie

In tegenstelling tot het met humor gebrachte pleidooi van Dikke Freddie wordt zowel in de oudtestamentische tekst als in het evangelie van vandaag heftige taal gebruikt. 

Amos scheldt de rijken de huid vol.  Zij leven in grote luxe, houden zich bezig met oppervlakkig vermaak, terwijl zij niet bekommerd zijn om hun medemensen in nood. Ook voor ons in het heden herkenbaar.  Amos dreigt dat een dergelijke levenswijze niet kan duren en dat er een afrekening zal volgen.   In het evangelie wordt de boodschap verpakt in de parabel van de rijke man en Lazarus, het wordt een verhaal dat raakt. Het onbehaaglijk beeld dat in het begin wordt opgehangen heeft vele kunstenaars geïnspireerd: de rijke omringd door feestende mensen en aan de poort een uitgemergelde man met honden die zijn wonden likken.  

Het verhaal gaat verder met de dood van de twee hoofdfiguren. De rijke wordt begraven en komt terecht in het dodenrijk waar hij veel folteringen moet doorstaan. Lazarus wordt door engelen weggedragen om aan Abrahams hart te rusten, of te wel in de schoot van Abraham. De uitdrukking In Abrahams schoot zitten is ontleend aan de gewoonte in het Oosten, om bij een maaltijd aan te liggen op rustbanken, waarbij het hoofd van de ene rustte tegen de boezem, of ruimer gezien, in de schoot van de andere gast. Het betekent dus de plaats, die innige vertrouwelijkheid, hartelijke genegenheid en geborgenheid biedt.  

Zo liefdevol als Abraham is voor Lazarus, zo hardvochtig klinkt hij naar de rijke toe – die Abraham nochtans ‘vader’ noemt, en die hem ‘van verre’ ziet staan, met Lazarus aan zijn zijde. Trouwens de rijke krijgt in het verhaal geen naam, de arme wel: Lazarus, de verkorte vorm van de Hebreeuwse naam אֶלְעָזָר, Elʿāzār (Eliëzer), "God heeft geholpen.  

De rijke smeekt Abraham om Lazarus naar hem te laten komen om zijn pijn te verzachten.  Opmerkelijk dat hij de naam en dus Lazarus kent, de sukkelaar die hij daar aan zijn poort liet kreperen. Abraham spreekt scherpe taal: ‘Herinner hoe gij tijdens uw leven uw deel van het goede hebt gekregen en op gelijke manier Lazarus het kwade; daarom ondervindt hij nu hier de vertroosting maar lijdt gij pijn.”   Er is een onoverbrugbare kloof tussen hen beiden. 

Het is wel mooi van de rijke dat hij in al zijn ellende aan zijn broers denkt en smeekt om Lazarus te sturen om hen te waarschuwen. Maar Abraham is onverbiddelijk: als ze niet naar de Wet en de profeten luisteren, dan zullen ze ook niet luisteren naar iemand die uit de doden opstaat. Voor Joden is Abraham immers,  naast gastvrijheid en naastenliefde, ook het toonbeeld van wetgetrouwheid. Marcel merkte op of de reactie van Abraham niet eerder een toevoeging was van Lucas en eigenlijk niet iets dat Jezus zou gezegd hebben.   Het zou dan een soort van oordeel over Israël zijn, dat niet wil luisteren en leven volgens hun traditie en zich ook niet bekeert als de apostelen getuigen van de verrijzenis.

Het bijzondere is dat deze parabel komt na de parabels van het verloren schaap, het verloren geldstuk, de verloren zoon, en de ontslagen rentmeester van vorige week,  waarmee Jezus verwijst naar een God van barmhartigheid die er steeds op uit is de verlorene tegemoet te komen. Het evangelie van Lucas wordt trouwens ook het evangelie van de barmhartigheid genoemd. 

Waarom dan dit wrede verhaal, dat mij met gemengde gevoelens achterlaat en niet erg ‘christelijk’ klinkt: eigen schuld, dikke bult. Het lijkt eerder een verhaal dat wel recht doet aan wraakgevoelens, maar er is geen vergeving en geen echt perspectief. 

Wat heeft de rijke verkeerd gedaan? Hij heeft alleen geen aandacht gehad voor die arme, hongerige man aan zijn poort.  Moet hij daarvoor  zo ongenadig gestraft worden.  Er wordt ook niet gezegd op welke manier de rijke rijk geworden is – op een eerlijke of oneerlijke manier? In het hiernamaals blijkt hij trouwens niet enkel aan zichzelf te denken maar wil hij zijn vijf broers verwittigen. Er staat ook niet hoe Lazarus arm is geworden – eigen schuld of niet?   

Maar doet dit er wel toe. Gaat dit verhaal niet over ons, de welstellenden, om het woord rijken niet te gebruiken.  En over hen die aan onze Europese poort liggen: de vluchtelingen, de derde wereld, de bedelaars in onze steden, de Lazarussen van onze tijd. 

Zou de boodschap van Jezus niet zijn: Het is niet omdat God barmhartig is dat wij niet meer verantwoordelijk hoeven te zijn voor de medemens. Het is niet omdat God barmhartig is, dat er geen rechtvaardigheid meer bestaat of moet betracht worden. 

Met de parabel van de rijke en de arme Lazarus roept Jezus ons op barmhartig te zijn. Barmhartigheid is een innerlijke houding, gekenmerkt door mildheid, zachtmoedigheid en een onbevooroordeelde blik, een vermogen om het lijden van de ander te voelen en zich in zijn situatie in te leven en leidt tot concrete daden om de situatie van de ander te verbeteren.  En zeker niet vanuit een machtspositie, maar luisterend en meelevend.   

Ter afsluiting herhaal ik hier graag de wijze woorden van Marcel van vorige week: “Maar met phronimos of praktische wijsheid is nederigheid verbonden en bereidheid om op een nieuwe, intuïtieve manier te kijken naar dit leven, naar deze samenleving en zich bescheiden af te vragen hoe en waar Gods Blijde Boodschap kan oplichten. Hoe kunnen we die overkoepelende verbindende Kracht tot recht brengen? Daarin is Jezus ons voorbeeld geweest.”

Offerande - Muziek

Lied 149 Oergebaar

Tafelgebed 165:  Gij die weet!

Onze Vader

Vredewens

Communie

Na de communie: lied 568: Wij zoeken u

Tot Slot

Laat er een plek blijven, Heer God,
Waar de lamp van uw liefde
Brandend gehouden wordt,
Waar het gerucht van een nieuwe dag niet verstomd is,
Waar verlangen en hoop gewekt worden.
Laat het hier zo’n plek zijn.
Laat het licht van uw ogen
Genadig en genezend stralen over deze wereld.
Beziel ons met wat U beweegt
Zodat wij bewogen blijven
Om uw aarde, om uw mensenkinderen.
Zegen Gij ons hoofd,
Ons hart, onze handen
Dat wij U prijzen.    (Filosofenfontein, viering 29 september 2029, voorganger Marcel Braekers, o.p.)

 

Zegen

Contactinformatie

©2005-2024 Filosofenfontein

✉️   info@filosofenfontein.be

Ondernemingsnummer: 0775.603.387

Bankgegevens:"FIFO Heverlee" 

KBC: BE11 7340 3906 5848

Volg ons op Sociale media

QR Code

Door je camera op deze code te houden krijg je het adres van deze website op je smartphone of tablet. Dan kan je de hele website bekijken.