2e zondag van de advent – De profeten en de Geest wijzen ons de weg.
Frank Cuypers
Kruisteken + verwelkoming:
Goedemorgen beste mensen. Wij weten ons samen in de naam van de Vader en de Zoon en de Heilige Geest. Genade en vrede voor ieder van jullie. Welkom op deze 2e zondag van de Advent.
Advent is een tijd van verstilling en inkeer. Een tijd om weer moed te vatten en te hopen dat er ooit een andere tijd zal aanbreken. Een tijd van weemoed en romantiek ook. We beginnen deze viering met het prachtige “Rorate Caeli”, lied 202. En wij staan daarvoor recht.
Openingslied:202 – Rorate Caeli
Inleiding
“Zie Heer, de ellende van uw volk, en zendt Hem die Gij van plan bent te zenden: zendt het Lam, de heerser der aarde, uit de rots der woestijn naar de berg van Sions dochter, om het juk van onze slavernij weg te nemen.” Drukt deze strofe van het Rorate Caeli niet op een mooie manier ons gevoel en onze verwachting uit, nu wij stilaan het jaar afronden? Zijn wij in de loop van dit jaar niet volledig de weg kwijt geraakt? Waar zijn we toch terechtgekomen: Corona nauwelijks achter de rug, een oorlog vlakbij, energie-, inflatie-, asiel- en klimaatcrisis. Politieke leiders lokaal en wereldwijd die over niets meer akkoord geraken en het noorden kwijt zijn. Ziet er nog iemand de weg? Ziet er nog iemand ergens het licht? De lezingen van deze zondag zijn prachtige teksten. Er is de droom van een nieuwe tijd en een nieuwe vrede zoals Jesaja dat zag. En we horen de beschrijving door Matteüs van het optreden van Johannes de Doper. Johannes brengt zijn boodschap met dreigende beelden, maar met de bedoeling hoop wakker te maken voor een nieuwe tijd.Twee verhalen van hoop. Ten tijde van Jesaja en van Johannes de Doper. En ook in onze tijden.
Advent is een tijd van verwachting en hoop. Ondersteund en gevoed door de mooie teksten en liederen, de sfeer ook die bij de Advent horen. Vandaag brandt al de tweede kaars van onze adventskrans. Er komt al wat meer licht. Wij zijn zoekend op weg.
Openingsgebed
God van belofte
Gij richt onze ogen vandaag op uw visioen,
op uw droom voor mens en wereld.
Gij roept ons op
om aan die ideale wereld mee te werken.
Gij wilt dat wij vruchten dragen
die bijdragen aan vreugde en vriendschap,
aan gerechtigheid en vrede.
Wij bidden U
verbind ons met elkaar,
beziel ons met uw Geest,
maak nieuwe mensen van ons.
Wij vragen het U voor vandaag en voor alle dagen,
door Christus onze Heer.
Amen
Eerste lezing: Jesaja 11, 1 - 10
1 Maar uit de stronk van Isaï schiet een telg op,
een scheut van zijn wortels komt tot bloei.
2 De geest van de HEER zal op hem rusten:
een geest van wijsheid en inzicht,
een geest van kracht en verstandig beleid,
een geest van kennis en ontzag voor de HEER.
3 Hij ademt ontzag voor de HEER;
zijn oordeel stoelt niet op uiterlijke schijn,
noch grondt hij zijn vonnis op geruchten.
4 Over de zwakken velt hij een rechtvaardig oordeel,
de armen in het land geeft hij een eerlijk vonnis.
Hij tuchtigt de aarde met de gesel van zijn mond,
met de adem van zijn lippen doodt hij de schuldigen.
5 Hij draagt gerechtigheid als een gordel om zijn lendenen
en trouw als een gordel om zijn heupen.
6 Dan zal een wolf zich neerleggen naast een lam,
een panter vlijt zich bij een bokje neer;
kalf en leeuw zullen samen weiden
en een kleine jongen zal ze hoeden.
7 Een koe en een berin grazen samen,
hun jongen liggen bijeen;
een leeuw eet stro, net als een rund.
8 Bij het hol van een adder speelt een zuigeling,
een kind graait met zijn hand naar het nest van een slang.
9 Niemand doet kwaad, niemand sticht onheil
op heel mijn heilige berg.
Want kennis van de HEER vervult de aarde,
zoals het water de bodem van de zee bedekt.
10 Op die dag zal de telg van Isaï
als een vaandel voor alle volken staan.
Dan zullen de volken hem zoeken
en zijn woonplaats zal schitterend zijn.
Inleiding tussenzang:
Een nieuwe scheut zal opschieten, een nieuwe koning opstaan. Er zal gerechtigheid komen. Er zal vrede zijn. In een God die zo met zijn volk bezig is willen wij ons geloof uitzingen.
Tussenzang: 214- Op een God die door de eeuwen
Evangelie: Matteus 3, 1- 12
1In die tijd trad Johannes de Doper op in de woestijn van Judea. Hij verkondigde: 2‘Kom tot inkeer, want het koninkrijk van de hemel is nabij!’ 3 Dit was de man over wie de profeet Jesaja sprak toen hij zei: ‘Een stem roept in de woestijn: “Maak de weg van de Heer gereed, maak recht zijn paden.”’ 4 Johannes droeg een ruwe mantel van kameelhaar met een leren gordel; hij voedde zich met sprinkhanen en wilde honing. 5 Uit Jeruzalem, uit heel Judea en uit de omgeving van de Jordaan stroomden de mensen toe 6 en ze lieten zich door hem dopen in de rivier de Jordaan, waarbij ze hun zonden beleden. 7 Toen hij zag dat veel farizeeën en sadduceeën op zijn doop afkwamen, zei hij tegen hen: ‘Addergebroed, wie heeft jullie wijsgemaakt dat je het komende oordeel kunt ontlopen? 8 Breng liever vruchten voort die tonen dat jullie tot inkeer gekomen zijn. 9 En denk niet dat je bij jezelf kunt zeggen: Wij hebben Abraham als vader. Want ik zeg jullie: God kan uit deze stenen kinderen van Abraham verwekken! 10 De bijl ligt al aan de wortel van de boom: iedere boom die geen goede vruchten voortbrengt, wordt omgehakt en in het vuur geworpen. 11 Ik doop jullie met water als teken van jullie inkeer, maar na mij komt iemand die machtiger is dan ik; ik ben het zelfs niet waard om zijn sandalen voor Hem te dragen. Hij zal jullie dopen met de heilige Geest en met vuur; 12 Hij houdt de wan in zijn hand, Hij zal zijn dorsvloer reinigen en zijn graan in de schuur bijeenbrengen, maar het kaf zal Hij verbranden in onblusbaar vuur.’
Homilie
“Addergebroed”. Met dergelijke taal zou Johannes De Doper niet misstaan op sociale media. Misschien met een selfie erbij met zijn mantel en zijn lunchbox met sprinkhanen.Likes en extra volgers verzekerd. Johannes kan niet kalm blijven. Hij is sterk betrokken, en emotioneel aangegrepen en begint te schelden. Maar de bedoeling van Johannes is niet te schelden, hij brengt vooral een sterke boodschap en een boodschap van hoop. En dat in een tijd die misschien niet zo verschillend was van de onze. Johannes trad op dicht bij de Jordaan, langs een drukke route vlakbij Jeruzalem. Publiek en aandacht verzekerd. Hij was zich scherp bewust van de diepe crisis waarin de godsdienst was geraakt. Die crisis was volgens hem zo ingrijpend dat de traditionele ingrepen van zuivering, gebed en boete niet volstonden. Johannes zet zich in de traditie van profeten die hun volksgenoten confronteren met hun ongehoorzaamheid aan de Joodse wet en die oproepen tot bekering. Men moest als het ware opnieuw zijn land verlaten, terugkeren naar de woestijn en naar de tijd dat het volk uit Egypte was gevlucht. Hij straalde die nieuwe cultuur daarbij ook volledig uit, met zijn kleding, zijn voedsel en zijn prediking. Johannes verkondigde een grondige bekering om daarna terug te keren naar het beloofde land onder leiding van ‘iemand die sterker is dan ik’. Hij plaatste de levende God weer in het centrum. En opdat mensen zich daarnaar zouden keren en anders zouden gaan leven, bood hij een doopsel aan. Dat moest in de Jordaan, want volgens Joodse overtuiging kon men alleen door stromend water van een beek of rivier van zware zonden worden bevrijd. Door zich te laten dopen erkende men zelf niet meer in staat te zijn om zijn leven te veranderen.
Maar daarnaast vroeg Johannes tegelijk dat mensen hun levensstijl zouden veranderen. Iedereen zou zijn huis en haard moeten verlaten, terugkeren naar de woestijn, door het water van de Jordaan gaan om zo verfrist en gezuiverd weer naar het beloofde land te gaan. Johannes’ boodschap was een boodschap van hoop en een belofte. In zijn tijd heel concreet over de komst van Jezus die zou dopen met de Heilige Geest en met vuur.
Ook voor onze tijd is dit een boodschap van hoop en een belofte. Maar ook wij moeten die komst voorbereiden en mogelijk maken door onze innerlijke houding te veranderen, ons te bekeren. Hoe moeten wij die oproep tot bekering verstaan?
Je kan de evangelietekst op twee manieren bekijken. Je kan je inleven in de rol van de bekeerlingen die staan aan te schuiven om zich te laten dopen. Het is een beleving die voor de meesten onder ons erg vertrouwd is: elke advent en elke vasten opnieuw worden wij opgeroepen om ons te bekeren, om te versoberen, ons te onthechten, recht te herstellen. Het is de tijd van de goede voornemens. We zoeken telkens opnieuw een haalbare manier om een stap in de gewenste richting te zetten. En wat er fout loopt in de wereld aan onrecht, uitbuiting en uitsluiting, klimaat, oorlog, of binnen de kerk, is niet onze schuld en verantwoordelijkheid, maar vooral van het systeem, van de wereldse of kerkelijke overheid of van extreme individuen. Zo slecht zijn wij zelf toch niet bezig.
Het is juist tegen deze zelfgenoegzaamheid dat vandaag het scherpe verwijt klinkt van de Doper: "Bekeer u! Het is hoog tijd! De bijl ligt aan de wortel!" Zijn dreigementen zijn niet bedoeld om ons te doen ineenkrimpen van schrik, maar integendeel om ons wakker te schudden. De goede vruchten mogen nu echt niet lang meer op zich laten wachten. De tijd dringt!
Dit is een tijd om nieuwe kansen te geven aan armen, om te delen met de zwakkeren uit onze buurt. Wij zullen Gods paden recht maken als wij opnieuw durven rechtvaardig zijn, ook tegenover de geringen, diegenen die weinig kunnen laten gelden om hun rechten te verdedigen. Dit is de tijd om de mensennood te lenigen van wie aan de rand gesukkeld is. Maar moeten we niet meer doen? Is het niet een van onze rollen als geëngageerde christenen om onze stem te gebruiken? Misschien zijn we fout, en misschien hebben we geen oplossingen, maar het roepen op zich, zelfs in de woestijn, is van belang. Met rechtvaardige wetten, nauwgezette administratie en altijd waakzame politie alleen bouw je nog geen menswaardige samenleving. Wegen naar solidair samenleven worden niet gebaand met bulldozers. De schop van persoonlijke inzet is efficiënter, tenminste als er dag aan dag en in gemeenschap aan die weg wordt gewerkt. Ware volgelingen van Jezus geloven hardnekkig dat het in deze wereld beter kan en dus beter moet. Misschien moeten we zelfs nog verder gaan. Johannes verwijt de Joden dat ze zich er al te gemakkelijk vanaf van willen maken door zich kinderen van Abraham te wanen. Misschien gaat hetzelfde op voor ons, wanneer wij ons beperken tot extra inzet voor de zwakkeren en een profetische stem naar wantoestanden in de samenleving, hoe waardevol die inzet ook is.
Misschien moeten we opnieuw voeling proberen te krijgen met de eerste inspiratie, met de Bijbelse boodschap in haar eerste frisheid. Een radicaal nieuw begin. Uit onze vertrouwde kerkelijke, christelijke en spirituele wereld stappen en een veel grondiger zuivering doormaken om ons zo opnieuw te laten leiden door de verwachte Messias. Ons gedrag grondig veranderen en God opnieuw in het centrum plaatsen. Het zou betekenen dat we dat ongemakkelijke gevoel moeten toelaten waarbij men terug een arme zwerver wordt, een niet wetende, zoekende woestijnmens.Een hele boterham om over na te denken tijdens deze Advent.
De boodschap van het evangelie is zeer duidelijk en ongecompliceerd: Bekeer u, stel uw prioriteiten op een rij en maak de balans op van uw leven. Er ligt er geen handleiding klaar hoe hiermee aan de slag te gaan. Maar laat ons vooral blijven geloven in de boodschap van hoop die Jesaja en Johannes ons in deze Advent brengen. Laat ons bereid zijn om, met eenzelfde betrokkenheid als Johannes, de weg te gaan waarop de Geest ons zal leiden. “Ik vrees geen gevaar want u bent bij mij, uw stok en uw staf, zij geven mij moed”. Wij zingen als afsluiting van de homilie de Psalm 23, een rode draad van vertrouwen tijdens onze vieringen in de Advent.Amen.
Psalm 723B
Kaarsjes – CD “Chants de la prière à Taizé” – “Dans nos obscurités” – Track 21
Voorbede – (Welzijnszorg)
Ik wil een kaarsje branden voor Daniel Blake. Daniel is een bekwaam houtbewerker. Hij heeft zijn zieke vrouw verzorgd tot haar overlijden en krijgt op zijn 59ste een zware hartaanval. Zijn dokter verbiedt hem om nog te werken. De dienst die hem zijn uitkering moet toekennen aanvaardt de verklaring van de dokter niet en dwingt hem om werk te zoeken. Daniel legt zich hier niet bij neer en tekent beroep aan. Dat loopt niet van een leien dakje: je moet de formulieren online aanvragen en invullen. Hoe handig Daniel ook is met beiteltjes en hout, werken met de computer is een Sisyfusarbeid. Het is pijnlijk om te zien hoe een empathische man zoals Daniel kopje onder gaat omdat hij digitaal ongeletterd is. Ondanks de uitzichtloosheid van zijn procedure blijft Daniel vriendelijk en behulpzaam. Zo knapt hij heel wat klusjes op voor een alleenstaande moeder met twee kinderen. Daniel geeft niet op, hij volgt computerlessen en hij lukt erin om de documenten in te vullen en te versturen, maar er volgt geen happy end.
Met deze aangrijpende film “I, Daniel Blake” klaagt Ken Loach de bureaucratie aan.
De voordelen van de toenemende digitalisering vallen vooral te beurt aan groepen die sociaal, cultureel en economisch al bevoordeeld zijn. Als we kwetsbare groepen ondersteunen met opleiding en sociale tarieven voor mobiele internettoegang zal de digitalisering iedereen ten goede komen. Welzijnszorg zet zich hiervoor in en vraagt onze steun.
Bij de gaven:Lied 149 – Oergebaar
Groot Dankgebed– 160- “Tafelgebed voor de Advent”
Communie – muziek CD El Noi de la Mare – Zefiro Torna – “Quando nascette Ninnotrack” (track 15)
Communielied: Na de communie 211: “Het lied van de doper”
Gebed:
Onnoembare en Nabije,
Gij begenadigt profeten en zieners met wijsheid en inzicht
om ons over U te spreken.
Met krachtige woorden verbeelden zij voor ons
het onverwachte van uw droom over onze wereld.
Zo maakt gij in ons de utopie wakker
die gij van den beginne ons ingeschapen hebt:
wolf en lam wonen samen,
de panter vlijt zich neer naast het bokje,
gebogen mensen verwerven recht,
wie hongert, wordt verzadigd.
Maak ons aandachtig en gevoelig voor dat woord
dat wijzelf drager worden van uw droom
en hem tot leven brengen, nu en alle dagen.
Aankondigingen& Zegen