• Voor de meest recente zondagsvieringen Klik hier

240421 Als een herder die roept

4e zondag van Pasen (2024) – Als een herder die roept

 

Marcel Braekers

Openingszang 371 Hou me niet vast

Begroeting

Het meest kostbare moment van de dag is voor mij: in de prille ochtend met mijn hond over het domein wandelen. Er valt altijd iets te ontdekken, er is altijd iets dat verrast of ontroert. Zeker in deze exploderende tijd van het jaar. Overal staan vergeet-mij-nietjes, bloeiend daslook, meiklokjes, zenenkruid, bloeiende fruitbomen, enz. Het is een feest van kleuren en geuren, dat mij zomaar gratis wordt gegeven. Daarbij komt het gevoel hoe krachtig de natuur wel is en hoe altijd weer het leven de dood overwint. Het is daarom geen toeval dat we Pasen altijd in de lente vieren.

En toch is dat feest niet zo rechtlijnig als de natuur. De voorbije zondagen hoorden we hoe de eerste leerlingen hebben geworsteld met hun ontgoocheling en ongeloof. Thomas moet een moeizame weg van vertrouwen leren. En ook de andere leerlingen dachten een spook te zien toen Jezus nabij kwam. Zoals Jan, Hendrik en Ria getuigden is dit aarzelen, de huiver maar ook de fascinatie heel herkenbaar voor ons. We hebben een lange weg te gaan eer dat vertrouwen en die overgave ons tekent. Gelukkig voor ons noemde men de eerste christenen niet ‘christenen’ maar ‘die van de Weg’, pas in Alexandrië sprak men van ‘christianoi’. We moeten ons niet schamen om onze twijfel of zelfs afwijzing.

Ook voor die eerste ‘gelovigen van de Weg’ ging het leven verder. Men kwam samen in een of ander huis, er ontstonden hymnen die Jezus bezongen, Paulus schreef zijn eerste brieven,  de drie eerste evangeliën werden gecomponeerd. En uiteindelijk, ongeveer 70 jaar na de dood van Jezus, tekende iemand het getuigenis van de geliefde leerling op. U moet zich voorstellen hoe snel alles evolueerde: niet alleen waren de eerste getuigen die Jezus hadden gekend gestorven, ook degenen die steunden op wat die getuigen hadden gezegd waren gestorven. Voor die derde generatie gelovigen bleef alleen  de tekst over, de verhalen en dus het horen want een fotoalbum of tv-opname kon men nog niet tonen. Dat voel je duidelijk in het evangelie van vandaag: de herder roept en de schapen herkennen zijn stem en kennen ook het verschil met de roep van huurlingen.

De gemeente, waarvoor de evangelist Johannes schreef, had veel meegemaakt. Jeruzalem was verwoest en ontzettend veel mensen waren vermoord, christenen werden uit de synagoge gebannen en werden maatschappelijk vijandig bekeken. Doordat ze op zichzelf waren teruggeplooid maakten deze christenen een eigenzinnige verdieping door en gingen ze hun identiteit sterker omlijnen. De oude formuleringen volstonden niet meer, men wilde het leven van Jezus herschrijven. Bij dat alles speelde het vertrouwen en de mystieke zekerheid van de geliefde leerling een belangrijke rol. Via hem hadden ze een andere ervaring van Jezus geleerd, rustig en zeker. Dat hoor je ook in de evangelielezing: ‘Ik ben de goede herder, Ik ken mijn schapen en mijn schapen kennen Mij. Ze kennen Mijn stem en horen het verschil met de roep van een huurling’. Naast verhalen over angst en twijfel leefde ook deze eraving. 

 

Gebed

Gij hebt, o God, Ons en onze wereld
Uit de verduistering opgericht.
Want Hij, uw geliefde en gezalfde,
Heeft ons een weg gebaand door het diepe donker.
En nog geeft de vreugde van Pasen ons moed.
Laat ons uw vertrouwelingen zijn,
Kind aan huis bij U,
En geef ons blijdschap die stand houdt.
Bij onze naam zijn wij gekend,
Tot vrijheid geroepen
En met ontferming voorgegaan door Jezus Messias,
Die herder en hoeder van mensen.
Geef ons vertrouwen om te gaan
En zijn spoor te volgen.                     (S. de Vries)

Johannes  10, 1 – 18

Lied 723B psalm 23

Homilie

Het evangelie van Johannes is een mystieke uitdieping van wat in de drie eerste evangeliën staat. Daar lees je die mooie parabel van de herder die 99 schapen in de steek laat om dat ene te zoeken. De klemtoon ligt op God die in een mateloze liefde zoekt naar die ene die verloren loopt. Maar de schrijver (of schrijvers) van het vierde evangelie gaat een stap verder De aandacht verschuift van God naar Jezus en zijn rol in het heilsproces. Hij is de toegangspoort naar de schaapsstal, of sterker nog: Hij is de herder. Je moet daarbij beseffen dat alle belangrijke figuren in de Joodse geschiedenis herders waren: Abel, Abraham, Jakob, Mozes. Ook de belangrijke profeten hadden gesproken van een komende herder als de verwachte Messias. Als de evangelist Jezus de goede herder noemt, dan was dat een provocerende uitspraak. Alleen God zelf en zijn Gezalfde mochten zo genoemd worden. En toch spreekt de geloofsgemeente van de geliefde leerling in alle rust op deze manier. Daarbij zal die herder er niet alleen voor de eigen geloofsgenoten er zijn, maar Hij zal alle volkeren, alle culturen samenvoegen tot één geheel. 

Het contrast met de vorige zondagen kan niet groter zijn. De eerste leerlingen waren angstig, onzeker over wat hen overkwam. Slechts geleidelijk groeide tijdens hun samenkomsten een vermoeden van zoiets als verrijzenis en van Gods kracht in Jezus. 20 à 30 jaar na de eerste evangeliën is de focus helemaal gericht op de persoon van Jezus en de unieke rol die Hij speelt in het geloof en maken twijfel en angst plaats voor een vertrouwvolle zekerheid.

Je kan de tekst van deze zondag op twee manieren lezen. Ofwel zoals men het vele eeuwen deed, en dan is Jezus de enige deur om de schaapskooi binnen te geraken en zijn al de anderen huurlingen of rovers (extra ecclesia nulla salus). Ik verdenk eerlijk gezegd ook de Johanneïsche gemeente van een zekere sektarische arrogantie. Maar je kan de tekst ook lezen om dat mooie beeld dat hij aanreikt: de herder die ons op zo een unieke treffende manier roept dat je zijn stem uit de honderd herkent.

Is dat zo? Roept Hij mij zoals geen andere herder roept? En gaat Hij voor mij uit als ik door een donker dal moet gaan? Johannes nodigt ons uit om de relatie tussen Jezus en elk van ons verder uit te diepen. Hoe direct, hoe persoonlijk en uniek is die relatie tussen Hem en mij?

Huub Oosterhuis schreef daarover een mooie tekst.

Hij was een mens, in: Stilte zingen p.372.

Groot dankgebed 157

Na communie nr. 368 Dat wij vol stromen

 

Contactinformatie

©2005-2023 Filosofenfontein

✉️   info@filosofenfontein.be

Ondernemingsnummer: 0775.603.387

Bankgegevens:"FIFO Heverlee" 

KBC: BE11 7340 3906 5848

Volg ons op Sociale media

QR Code

Door je camera op deze code te houden krijg je het adres van deze website op je smartphone of tablet. Dan kan je de hele website bekijken.