Viering van Pinksteren 2023 - Elke dag Pinksteren
Jef Schoenaerts
Openingslied 395 “Wat altijd is geweest…”
Inleiding van de viering
“Wat altijd is geweest, het waaien van de geest, gebeurt aan ons vandaag…” zongen we in dit prachtig openingslied. Mooi, maar is dat wel zo? Spoort het lied samen met de realiteit?
Bij het voorbereiden van deze viering voelde ik hoe Pinksteren in mijn beleving een feest is in de schaduw. Voor Kerstmis en Pasen nemen we liturgisch een lange voorbereidingstijd in acht: advent enerzijds en de vastentijd anderzijds, een tijd van wachten, ruimte maken voor. Bij Pinksteren heb ik helemaal die link niet naar wachten en verwachten. Er zijn wel lezingen in de paastijd waarin de Geest door Jezus expliciet wordt aangezegd maar veel impact heeft dat bij mij niet. Het lijkt wel alsof de Geest enkel het kleine broertje is van de Vader en de Zoon, een “nakomertje”. Hij is er wel maar zelden komt hij in het volle licht.
Mijn aanvoelen hoort thuis in een ruimer kader. Het is pas in Vaticanum II dat er een soort “herontdekking van de Geest” in het kerkelijk denken plaatsvond. Zo hervond de Geest na het concilie stilaan terug een plaats in het eucharistisch tafelgebed, hoewel vaak nog heel bescheiden: eerder als figurant en nauwelijks als actieve kracht. Een ander voorbeeld van de revival van de Geest sinds het concilie is de wijze waarop men de “sensus fidelium” – de geloofszin van de gelovigen – benadert. Dat gebeurt niet meer bevoogdend vanuit het perspectief van de gehoorzaamheid. Men erkent daarentegen steeds meer dat álle gelovigen drager zijn van de geest en volwaardige gesprekspartners zijn in het geloofsleven en in het kerk vormen. Het belang dat paus Franciscus toekent aan het synodaal proces is daar een uiting van.
De recente herontdekking van de Geest roept bij mij enkele vragen op.
Is Pinksteren een kunstmatig feest, een verplicht nummertje waarbij de Geest even uit de kast wordt gehaald, niet meer dan een strovuur? Of is de Geest een realiteit in mijn geloofsleven?
Of nog: “Wie weet vanwaar Hij komt, wie wordt zijn licht gewaar?” zingen wij straks. Zonder de Geest te willen in de greep te willen krijgen, wil ik toch graag de vraag blijven stellen: vanwaar kom jij? Waar breng je mij? …
Laten we het nu eerst stil maken in en rondom ons en onze god vragen om ontferming.
Gebed om ontferming: 412 “Wat ik gewild heb…”
Gebed
Onnoembare en Nabije
Waar wij niet leven in de Geest van úw liefde,
dooft ons vuur, ontbreekt ons de hoop,
wordt geweld onze voertaal
en wordt leven geofferd.
Waar wij niet leven in de Geest van úw trouw,
worden wij voor elkaar onbetrouwbaar,
breken onze woorden,
wordt de liefde loos en de vrede ijdel.
Waar heel de schepping niet ademt
van de Geest van úw liefde en trouw
zal zij sterven
verkracht, misbruikt, leeggeroofd.
Dat zij herschapen wordt,
als nieuw bezield
en dat uw Geest ook ons levend maakt,
bidden wij vandaag hier
vurig.
(Sytze de Vries)
Acclamatie vóór de lezing: 804 “Alles wacht op U vol hoop”
Lezing: Rom 8, 9-11 en 26-27 met nadien herhalen van acclamatie
Homilie
Enkele jaren geleden schreef Timothy Radcliff, een vroegere magister van de dominicanen, het boek “Leven in volheid”. Over Pinksteren zegt hij daarin het volgende: “…de leerlingen moeten [na de verrijzeniservaring en na hemelvaart] Christus verliezen voordat ze de Geest ontvangen. … Christus is als aanwezigheid onder hen verloren gegaan, zodat hij vervolgens op veel intiemere wijze weer bij hen kan komen in de Geest. … We hebben een leegte in de kern van ons zijn nodig als we de Geest willen ontvangen.” (einde citaat)
Twee elementen intrigeren mij in bovenstaande tekst. Enerzijds zegt Radcliff dat de apostelen “Christus moeten verliezen”. Hoe kan Christus in ons groeien als we Hem geketend houden in vaste beelden en formules? Pas bij het loslaten daarvan ontstaat er ruimte voor een waarachtige ontmoeting. Zo komen we terecht bij het tweede element van Radcliff nl. dat we in onze kern een leegte nodig hebben om de Geest te ontvangen? Een leegte die ons terugvoert naar een honger die we zelf niet kunnen stillen. Een onsterfelijk verlangen naar levensadem dat niet vervuld wordt door het op te vullen met wat zich in het leven aandient aan aanzien, geld, bezigheden allerhande.
Alle mensen die in zich dat onvermogen erkennen en het uithouden in het gemis vertrouwen erop dat god niet ongevoelig blijft voor dat verlangen. Het treft mij telkens in Orval dat net monniken, zowat de “professionals” in het zoeken naar god, elk gebedsmoment starten vanuit datzelfde gemis met de woorden uit psalm 70: “Dieu, viens à mon aide. Seigneur, à notre secours.” De belofte van Jezus dat hij de Trooster, de Helper zal zenden vindt in deze vraag zijn bron en zijn vervulling.
De apostel Paulus was een man die de Geest in zich werkzaam wist. Hij heeft gezocht naar woorden en beelden om zijn ervaring dichter te brengen naar de kern van ons geloof.
Ik koos uit zijn brieven twee fragmenten over verschillende facetten van de Geest.
Een eerste fragment plaatst de Geest in het centrum van ons bidden.
We hoorden het zonet in de lezing uit de brief aan de Romeinen: “De Geest helpt ons in onze zwakheid; we weten immers niet wat we in ons gebed tegen God moeten zeggen maar de Geest zelf pleit voor ons met woordloze zuchten.” En in de brief aan de Galaten klinkt het nog krachtiger: “… God zond de geest van zijn Zoon in onze harten, en die (Geest) kraait: “Abba, papa!” Het is de Geest van Jezus, aldus Paulus, die ons verlangen voedt en deelt en die de gelovige tot gebed brengt. Dit inzicht van Paulus versterkt in mijn bidden de voeling met de Geest. Hij komt mij in mijn onvermogen, in mijn poverheid tegemoet, hij ruimt de obstakels in mijn binnenste weg, hij blijft mij influisteren dat god mij welkom wil heten.
“De geest die ons bewoont, verzucht en smeekt naar god…” Lied en realiteit vallen samen: ik kan deze tekst zonder rem en met enthousiasme zingen.
Een tweede fragment plaatst de Geest in het centrum van ons dagelijks leven.
In de Galatenbrief zegt Paulus: “De vrucht van de geest is liefde, blijheid, vrede, geduld, vriendelijkheid, goedheid, betrouwbaarheid, zachtmoedigheid, zelfbeheersing.” Waar Paulus die veelheid aan houdingen in andere brieven benoemt als “de gaven van de Geest”, spreekt hij hier over “vrucht” van de geest. Luc De Saeger zegt hierover: “In “vrucht” (enkelvoud) zit heel het DNA van de vruchtgever (van god dus) … Met de geest geeft God niet iets van zichzelf aan mensen, maar geeft hij zichzelf aan mensen.” (einde citaat) In de gave van de Geest herschept en verandert God de mens van binnenuit. Wat een rijke gedachte! De Geest strooit niet zomaar willekeurig zijn gaven uit, hij geeft God in ons handen en voeten als wij met liefde, vrede, geduld,… in de wereld staan.
Ook bij deze openbaring van Paulus voel ik de levenskracht van de Geest in mij. En ook hier raken lied en leven elkaar als ik zing: “Hij heeft een nieuw begin gemaakt, in al wat groeit en leeft, zijn adem uitgezaaid”.
Pinksteren: “een feest in de schaduw”?... (cfr. de inleiding) Het is Paulus die mij er bewust maakt van maakt dat pinksteren in de eerste plaats een gebeuren is van elke dag. Elke dag die vreemde paradox toelaten: mij vanuit mijn onvermogen openstellen voor de Geest en tegelijk geloven dat Hij mij het vermogen en het vuur zal brengen om in mijn dagelijks leven zo goed als god te zijn.
Lied: “Het lied van de Heilige Geest”
Na de offerande: “Oergebaar”
Tafelgebed 167 “Gij zijt het” met gezamenlijk bidden van het deel over de Geest
Onze vader met als inleiding een fragment uit de brief van Paulus aan de Galaten 4,4-6: “Toen de volheid van de tijd kwam, zond God zijn Zoon … opdat wij de erkenning zouden ontvangen zonen te zijn. En dit is het teken dat jullie zonen zijn: God zond de geest van zijn Zoon in onze harten en die kraait: “Abba, papa!”
Tijdens de communie: klezmermuziek op accordeon
Communielied: 394“Woorden als stuifmeel”
Voorbeden met als acclamatie 366 “Dat wij volstromen met levensadem”
Kom Schepper, Geest,
vernieuw ons.
In onze eigen taal komt Gij ons tegemoet,
in ons eigen bestaan draagt uw Adem ons.
Wij bidden U dat Gij bij ons een thuis blijft vinden
zodat in ons het vuur van uw liefde brandend blijft.
Dat wij volstromen met levensadem…
Kom Schepper, Geest,
vernieuw ons.
Gij schenkt taal waar woorden ontbreken.
Gij brengt levenskracht waar moedeloosheid heerst.
Wij bidden U dat Gij ons nabij zijt
als wij woordeloos staan bij het lijden van mensen
als wij zoeken naar gebaren van zorg
als wij ingaan tegen wat mensen verdeelt.
Dat wij volstromen….
Kom Schepper, Geest,
vernieuw ons.
Gij moedigt ons aan wegen te gaan van vrede, geduld, goedheid.
Gij zaait in ons de hoop dat gerechtigheid het laatste woord heeft.
Wij bidden U dat Gij in ons ook wakker houdt:
de weerzin voor geweld,
de verontwaardiging om onrecht,
de dagelijkse inzet voor de kleine goedheid.
Dat wij volstromen…
Zegen