• Voor de meest recente zondagsvieringen Klik hier

230716

15e zondag (2023) De zaaier die blijft zaaien. 

 

Lut Saelens

Openingszang: lied 103 Gezegend deze dag.

Begroeting

Onlangs nodigde een bevriende buurman mij uit om mee te gaan naar de kroningsprocessie in Tongeren, zijn geboortestad. Hoewel ik geen grote fan ben van Mariavereringen en al zeker niet van een gekroonde Maria, haalde mijn nieuwsgierigheid het op mijn weerstand en besloot ik toch maar in te gaan op zijn uitnodiging. 

Ik kon mijn ogen niet geloven toen ik de lange stoet zag voorbijtrekken, waaraan meer dan drieduizend mensen enthousiast meewerkten en die ze gedurende twee jaar samen hadden voorbereid. Een voorbeeld van onderlinge samenwerking en verbondenheid. ‘Verbinding’ was trouwens het thema van de processie. Groepen figuranten, zowel uit Tongeren als de

deelgemeenten, mensen van alle leeftijden, van heel jong tot heel oud. Tientallen baby’s rustig slapend in een karretje dat werd voortgetrokken door ouders of grootouders, stokoude mensen met rolator of in een rolstoel. Technische hoogstandjes of dure attributen waren er niet te zien. 

Maar het meest was ik nog verbaasd over de talrijke jongeren die het beste van zichzelf gaven om dit gebeuren te doen slagen. Jongeren die nergens nog te bespeuren zijn in onze kerken.

Voor mij was deze processie een illustratie van hoe God vanuit de meest diverse invalshoeken mensen in beweging zet, en hun kansen biedt, waar ze al dan niet kunnen op ingaan. 

Daar gaat het over in de gelijkenis van de zaaier vandaag. Een zaaier die gul het zaad blijft uitstrooien, wel wetend dat maar een deel ervan zal ontkiemen en wortel schieten. 

 

 

Psalm 65:  - versie Oosterhuis

Stilte nu. Voor U.
Stilte zingen had ik U beloofd.
Hoor dan.
Hoor dan wie?
Mij-wie mij?
Die deze mens ben
die hier neerligt 
Nietig schuld beladen
die wil opstaan
ander mens wil zijn
nieuw ik.
Stilte nu.


Mag ik uw tuin betreden
wonen vlak tegen U aan?
Veiliger op aarde 
is geen plek.
Onwankelbaar
de hoog opstaande bergen rondom.
Zoals in den beginne Gij
de hoogste golven hebt bedwongen.
Zo zullen ook de menigten bedaren
en zal tot rust komen 
deze wereld, en nieuw zijn.
En dan stilte zingen 
zoals de wind 
in struikgewas en bomen ruist 
zacht lachend.
Toen Gij de aarde bezocht 
overstroomdet Gij haar 
met uw rijkdommen:
korenvelden, diepe voren 
zachte kluiten grond 
grote zomers druipende woestijnen.
Waar Gij uw voet zet
bloeit het.
Al dat zingen. Overal. Voor U.

 

Lied 765: Stilte nu-psalm 65

Inleiding tot de lezing:

De parabel van de zaaier wordt verteld in drie evangeliën. Dat van Mattheüs, Marcus en Lucas. Jezus spreekt in de taal en de beelden van die tijd. In een periode waarin mensen dicht bij de natuur leefden spreekt Hij over het leven van landbouwers, schaapherders en vissers. Die mensen leefden in compleet andere omstandigheden dan nu, waar we door allerlei soms bedenkelijke menselijke interventies de natuur veel meer naar onze hand zetten.

Bijbelspecialisten geloven dat de parabel in twee fasen is ontstaan. Er is de parabel die  Jezus vertelde over een zaaier die het zaad mild uitstrooit. Dat zaad komt een beetje overal terecht en slechts een klein deel ervan zal ontkiemen. Vervolgens is er de uitleg van de parabel die later door de eerste christenen werd toegevoegd en die ook in de mond van Jezus werd gelegd. Het was vooral het eerste deel van de lezing dat mij aansprak omdat ik daarin vooral getroffen werd door de mildheid van die zaaier. We luisteren nu naar het eerste deel. 

 

Evangelie Matteüs 13,1-9

 

Lied 517: Als regen die de aarde drenkt…

 

Homilie:

Als ik dit verhaal van Jezus lees zie ik die zaaier met een tas vol zaad over het land lopen en al het zaad met een sierlijke boog uitstrooien. Veel van het zaad zal niet ontkiemen, maar dat belet hem niet om verder te zaaien. Vol vertrouwen. Hij is er niet mee bezig hoeveel procent van wat hij uitgestrooid heeft iets zal opbrengen. Hij speelt niet op veilig en bestudeert niet vooraf hoe hij de rentabiliteit kan verhogen. Iets waar we vandaag in uitblinken. Als het niet rendabel blijkt beginnen we er niet aan.

De gelijkenis schetst een prachtig beeld van God, die aan iedereen en in elke tijd opnieuw onbaatzuchtig zijn liefde geeft en mensen kansen biedt.

God werkt niet vanuit de logica van de wederkerigheid: ik bewijs je een dienst en verwacht nu iets van jou terug. God geeft en verwacht niets. Hij geeft en laat de mens vrij. 

Het verhaal moedigt mij aan om God’s voorbeeld te volgen en geeft mij ook hoop. Het helpt mij om me door Gods onbaatzuchtige liefde te laten inspireren om de juiste keuzes te maken en erop vertrouwen dat wat ik doe ooit ergens vruchten draagt. Misschien zal slechts één zaadje ontkiemen en vruchten dragen. Misschien op een moment dat ik het helemaal niet meer had verwacht. Natuurlijk is het belangrijk dat ik daarbij beroep doe op de kennis en ervaring van mezelf en anderen maar dit is niet het voornaamste. Is mijn handelen door liefde geïnspireerd of vanuit mijn kleine ik en mijn grote gelijk? Paulus zegt het zo mooi: ‘Al spreek ik de taal van mensen en engelen: als ik de liefde niet heb, ben ik niets meer dan een galmende gong of een rinkelende bel…’ (Paulus 1 Kor 13) Zo was de parabel wellicht bedoeld om de eerste christenen moed in te spreken: ook al valt maar een klein deel van het zaad in goede grond, het brengt overvloedig vruchten voort. 

Daaraan dacht ik toen ik die voorbijtrekkende kroningsprocessie zag. Hoeveel zaadjes zijn tijdens de twee jaar dat de mensen eraan samenwerkten om van die stoet iets moois te maken ontkiemd bij een heel diverse groep van mensen? Mensen die soms heel veraf staan van elke religieuze beïnvloeding? Hoeveel jongeren hebben er één of andere vorm van verbondenheid gevoeld die verder reikte en dieper ging dan hun vele contacten op Instagram, Tiktok of tijdens de grote zomerfestivals?  Verbondenheid met wat hen overstijgt, verbondenheid met elkaar en ook verbondenheid met wie ze in wezen zijn.

Als ik mij wat meer laat inspireren door Gods liefde en zijn diep vertrouwen, slaag ik er misschien beter in om de juiste weg te vinden en mee bij te dragen aan een wereld waar het voor iedereen goed is om te wonen. 

Groot dankgebed 167. Gij zijt het.

 

Na de communie: 585 Lied aangewaaid. 

 

Slotgebezinning:

Diep in onszelf dragen we hoop.
Als dat niet het geval is,
is er geen hoop.Hoop is een kwaliteit van de ziel
en hangt niet af
van wat er in de wereld gebeurt.Hoop is niet voorspellen of vooruitzien.
Het is een gerichtheid van de geest,
een gerichtheid van het hart,
voorbij de horizon verankerd.Hoop in deze diepe en krachtige betekenis
is niet het zelfde als vreugde
omdat alles goed gaat
of bereidheid je in te zetten
voor wat succes heeft.Hoop is ergens voor werken
omdat het goed is,
niet alleen omdat het kans van slagen heeft.Hoop is niet hetzelfde als optimisme
evenmin de overtuiging
dat iets goed zal aflopen.
Wel de zekerheid dat iets zinvol is
afgezien van de afloop,
het resultaat.

Vaclav Havel.

Contactinformatie

©2005-2023 Filosofenfontein

✉️   info@filosofenfontein.be

Ondernemingsnummer: 0775.603.387

Bankgegevens:"FIFO Heverlee" 

KBC: BE11 7340 3906 5848

Volg ons op Sociale media

QR Code

Door je camera op deze code te houden krijg je het adres van deze website op je smartphone of tablet. Dan kan je de hele website bekijken.