6e zondag (2024) Angst voor besmetting
(Mc. 1, 40 – 45)
Marcel Braekers
Openingszang 573 Hij die de blinden weer liet zien
Begroeting
Wat doen mensen als ze zich bedreigd voelen door een ziekte of besmetting die men niet kent? Men wordt bang en gaat zich isoleren als een natuurlijke reactie van zelfbehoud. Zo reageerde men op melaatsheid, op de pest en vandaag op de corona-epidemie. Het evangelie van deze zondag gaat over de genezing van een melaatse, maar aan dat verhaal gaat een hele geschiedenis vooraf hoe men naar die ziekte keek en welke maatregelen werden genomen. Melaatsheid was de ergste reactie van allerlei vormen van besmettelijke huidaandoening. Er bestond geen geneesmiddel voor zodat alleen isolatie het besmettingsgevaar kon indijken. Wel had men weet van lichtere vormen van huidaandoeningen die geneesbaar waren en waarvoor andere afspraken golden.
Het lijkt allemaal ver van onze zorgen vandaag, maar bij het lezen van de teksten van deze zondag moest ik spontaan denken aan de beginperiode dat corona uitbrak, dat men geen gepaste behandeling kende maar wel besefte hoe besmettelijk het virus om zich heen greep. Zieken werden geïsoleerd, ook kwetsbare personen zoals bejaarden ging men isoleren uit angst voor nog erger. Achteraf kwam er veel reactie en pleitte men voor een meer menselijke aanpak. Achteraf, toen zoveel meer bekend werd over het ontstaan en verloop van de besmetting, had men gemakkelijk praten. Maar op dat ogenblik leefde er angst en zocht men in paniek naar de beste oplossing. Wat is medisch gezien de beste houding en wat is de meest menselijke behandeling of reactie? Deze heel gewone menselijke vragen worden nog ingewikkelder als men ze in een religieuze context stelt. Denk maar aan pater Damiaan en zijn omgang met melaatsen. Een heilig gebaar maar was het ook verstandig? Wat medisch best is botst met wat menselijk is, wat het gezond verstand zegt botst met religieuze bezetenheid, enz. Misschien is het niet zo gek om deze geschiedenis van melaatsheid nog eens op te halen en erover na te denken.
Vragen wij God om aanwezig te zijn in onze vragen, onze zorgen en onze kracht.
Lied 115 Bidden wij over dit huis (Heer, ontferm U over ons)
Gebed
Al wat ademt, mens en dier,
Al wat bloeit en vrucht draagt,
Dit alles dat onmisbaar is
In uw goede schepping –
God,
Vraag ons rekenschap
Wat wij daarmee hebben gedaan.
Als wij zelf
De wereld maken
Tot woestijn,
Ons eigen graf graven
En zelfs elkaar verslinden –
Laat dat het einde niet zijn
Maar verlos ons van de boze
En reinig ons
Van onze zonden. (S. de Vries, Bij gelegenheid I, p. 240)
Lev. 13, 1 – 2, 45 – 46
Lied 195 Gij levende eerste en laatste
Evangelie Mc. 1, 40 – 45
Homilie
Was het verstandig wat Jezus deed toen die melaatse naar Hem toeliep? Ik denk het niet. Getuigde het van diepe menselijkheid en religieuze gedrevenheid? Ongetwijfeld. Dat die melaatse teneinde raad een grens overschreed is begrijpelijk, hij had niemand of niets meer om op terug te vallen. Maar wat bezielde Jezus om hetzelfde te doen en de man onnodig aan te raken? Op andere plaatsen in de Bijbel geneest Hij van op afstand, waarom hier dit gevaarlijk gedrag?
De gevolgen lieten niet op zich wachten, want Marcus vertelt dat Jezus niet meer de stad kon binnengaan maar op een afgelegen plek bleef, Hij was immers zelf onrein geworden. Wat bezielde Hem toch goed wetend wat de gevolgen waren?
Zoals ik reeds zei bij de begroeting is de vergelijking met de eerste corona-tijd vlug getrokken. Het was een beangstigende tijd waarbij ons op het( hart werd gedrukt om afstand te behouden, bejaarden mochten geen bezoek ontvangen want afdelingen of zorgcentra werden door besmetting bedreigd. Het zorgpersoneel verrichtte heldendaden waarvoor we hen niet genoeg dankbaar kunnen zijn. Wat kon je als priester doen? Ik herinner mij dat in die tijd teksten verschenen waarin priesters werd verweten dat ze niets ondernamen om de zieken nabij te zijn. Men verwees daarbij graag naar de pesttijd en de heldhaftigheid waarmee men de communie en ziekenzalving bleef uitdelen. Die heldhaftigheid kon ik niet opbrengen. Ze zorgt ervoor dat ik wel nog bij de levenden ben, zij het met een gevoel van bange man.
Het brengt mij terug bij de vraag wat die Jezus wel bezield heeft? Hier doorbreekt Hij de medische gedragscode, elders lapt hij de sociale conventies aan zijn laars. Altijd gaat Hij aan de overkant staan en reageert Hij verontwaardigd over de kilheid van zijn samenleving en de afstand tussen het volk en hun God.
Toen Hij de melaatse zag was Hij tot in zijn ingewanden bewogen (splagnidzein) schrijft Marcus. Met de emotionele reactie gaat ook telkens verontwaardiging gepaard. Hij beveelt de man over het gebeuren te zwijgen, iets dat typisch is voor het Marcus-evangelie, omdat volgens Marcus men Jezus slechts kan begrijpen na zijn lijden en dood.
Wat Jezus deed was niet verstandig. Op dat ogenblik had Hij een voorbeeldfunctie en was Hij ervoor verantwoordelijk dat later ook anderen zich zo onvoorzichtig gingen opstellen, denk maar aan de ziekenzorg van de eerste begijnen, de inzet van congregaties die daartoe waren gesticht, denk maar aan onze pater Damiaan.
Het brengt me bij een intrigerende vraag: wat gebeurt er als emotionele bewogenheid en religieuze bezetenheid in elkaar grijpen? Met mijn verstand zeg ik: onverantwoorde dingen, maar het zorgt ervoor dat een grens wordt verlegd zoals ervoor niet denkbaar was. Altijd opnieuw kiest Jezus onverwacht en onbevreesd de kant van degene die er niet bij hoort. Het zorgt voor opschudding en brengt Hem in het kamp van de onredelijken, de hele of halve gekken, de ontroostbaren en wanhopigen. Daarom hebben we meer dan ooit nood aan dat soort bewogenheid die een grens overschrijdt waar we vanuit alledaagsheid niet toe in staat zijn. Wat Jezus en pater Damiaan deden zou ik niet kunnen opbrengen. Maar het maakt me gelukkig dat er zo’n mensen zijn en dat er in onze donkere wereld van geweld, onrecht en misère er lichtpuntjes zijn die me doen geloven dat er nog toekomst is.
Toen ik mijn homilie aan Remi liet lezen was zijn reactie: ‘Er is een immense nood aan grensverleggende daden of initiatieven. Alleen zo kan de mensheid het hoofd bieden aan de immense, wereldwijde uitdagingen waar ze voor staat (klimaat, migratie, liberale economie, zinvernietigende technologie, oorlog).
Groot dankgebed 166 Adem van mensen
Na de communie 564 Zij die stom zijn, ver heen - Gehoord van mensen